In onze oude binnensteden kom je ze nog tegen, van die merkwaardige straatnamen, waarvan je kan vermoeden dat er een hele geschiedenis aan vast zit. En dat is ook zo.

De Lange Niezel op de Amsterdamse wallen is bijvoorbeeld een verbastering van ‘Liesdel’, een laag gelegen land, begroeid met lissen. Als je goed rondkijkt zie je in de Amsterdamse binnenstad heel veel stegen en straatjes met vreemde namen, inmiddels soms afgesloten met een hek om erger te voorkomen. Een aantal stegen met mooie namen is eenvoudigweg verdwenen door de komst van grote bouwwerken, zoals de stopera. Maar nog steeds is het mogelijk te lopen door de Slaperssteeg, de Duifjessteeg, de Gaperssteeg, de Spaarpotsteeg, de Warmoesstraat of de  de Oude Kennissteeg.

In Utrecht zijn heel veel straten vernoemd naar heiligen, zoals de Annastraat. Maar je vindt er ook Trans, het Achterom, de Keukenstraat en de Dorstige Hartsteeg.

De vreemdste namen trof ik in Enkhuizen. In de schilderachtige binnenstad bestaan nog steeds Apenspel, Vrijdom, ’t Kreupeltje, het Hennegat, Vrijdom en De drie gouden eikels.

Anders is het in de nieuwbouwwijken. Als de bloemen, de bomen en de rivieren, schilders en dichters op zijn, gaan de naamgevers op zoek naar oude burgemeesters en wethouders. Zo is er in mijn dorp een d’Aulnis de Bourouilllaan, een eerbetoon aan een oud-burgemeester. Een naam die niemand goed kan uitspreken.

In nieuwe stedelijke gebieden als Almere en IJburg doen ze het gelukkig beter, ik had wel aan de Romy Schneiderweg willen wonen (Filmwijk Almere) of aan de Bert Haanstrakade op IJburg. Wanneer komt er een Rijk de Gooijerstraat in Utrecht?