Streekromans ten onrechte doodgezwegen

Gerda van Wageningen

Er zijn heel veel boeken waar niemand het over heeft. Ze worden het meest uitgeleend door  bibliotheken, de oplagen bereiken recordaantallen, maar we vinden die boeken niet in de ‘gerenommeerde’ boekhandel. De schrijvers ervan komen nooit bij DWDD of Pauw & Witteman, ze worden niet besproken in de NRC, de Volkskrant of andere landelijke bladen. Zelfs in de boekenrubriek van de Tros Nieuwsshow gaat het er nooit over, hoewel het publiek toch behoort tot de ‘grootste familie van Nederland’.  Alleen het Reformatorisch Dagblad had een interview met Gerda van Wageningen die onlangs haar honderdste boek publiceerde. Wie zegt U? Gerda van Wageningen schrijft elk jaar drie streekromans, die zich afspelen op de Zuid-Hollandse eilanden en ja, eindelijk besteedde ook de Volkskrant er een dubbele pagina aan.

Streekromans worden vooral lezen door laagopgeleide vrouwen en misschien daarom wel met dedain bekeken door de hoogopgeleide recensenten. Natuurlijk zijn de boeken van Gerda van Wageningen, Margreet van Hoorn, Mien van ’t Sant sentimenteel. En te romantisch. Maar ze geven wel een mooi beeld van het leven buiten de Randstad. Van Wageningen doet gedegen onderzoek en schetst in haar honderdste roman ‘Onrustig hart’  de opkomende industrie in de Hoeksewaard.

In het begin van de vorige eeuw was er wel waardering voor de romans van Stijn Streuvels, Herman de Man, Anton Coolen. Ook dat waren streekromans, misschien net wat beter geschreven dan het werk van Van Wageningen, maar er zijn veel overeenkomsten.
Laten we blij zijn dat er nog veel gelezen wordt.  Het verschil tussen Hoge Literatuur en Lage Lectuur is lang niet zo scherp als velen vaak denken. Er is ook verschil tussen Cecilia Bartoli en Willeke Alberti, maar we verstoppen Willeke toch niet omdat ze vooral gewaardeerd wordt door ‘het grote publiek’? Door de lectuur te verstoppen komen veel potentiële lezers helemaal niet aan lezen toe. Laat vooral de leerlingen van het vmbo genieten van streekromans. Geef ze boeken die ze kunnen  begrijpen.

Fragment uit Gerda van Wageningen ‘Onrustig hart’ (uitgaven Kok)

De baas at om één uur in zijn eentje in de eetkamer aan de half gedekte tafel, en dat leek hij nogal ongezellig te vinden, want hij hield Metje tot haar eigen verrassing graag aan de praat, als ze hem de schalen bracht. Zodoende vatte ze op de derde dag de moed hem te vragen of ze zo nu en dan een krant mee naar huis mocht nemen, als niemand die verder nog wilde hebben. Hier hadden ze geen geknipte reepjes krant op het toilet, maar een rolletje dun en zacht papier, dat daar speciaal voor werd gemaakt. Zoiets had ze nog nooit eerder gezien! 
„De krant? Wil je vader die soms graag lezen?” vroeg de oudere man verrast en blijkbaar blij met wat aanspraak onder het eten, want hij schepte ondertussen gewoon op en stak niet veel later de vork in zijn mond. 
Ze bloosde en schudde het hoofd. „Nee, mijnheer, mijn vader niet, maar ikzelf.”
De oudere man leunde geamuseerd achterover. „Toe maar! Hier staat dus een jongedame met hersens! Waarom ben je dienstmeid geworden, als je blijkbaar leergierig bent?” 
„Arbeiderskinderen leren zelden door, mijnheer, en als dat een enkele keer wel gebeurt, dan gaat het altijd om een jongen, als zijn meester daar erg op aandringt, en zeker niet om een meisje! Mijn vader vindt het maar onzin dat ik graag dingen leer en van alles wil lezen. Als ik wil lezen, is de Bijbel dik genoeg. Meisjes trouwen toch, vindt hij. Trouwens, zo denken de meeste mensen.”
De oudere man schudde zijn hoofd. (…) „Onzin”, vond hij. „Als je kunt leren, moet je dat doen.”(…) 
„Het kost ook te veel geld, mijnheer. Dat is er niet, in eenvoudige arbeidersgezinnen.” 
„Nu ja, je zult wel gelijk hebben. Wel, kind, als jij zo graag kranten leest, heb je mijn zegen om ze mee te nemen als niemand anders ze meer leest. Behalve als ze nodig zijn om de kachel aan te steken natuurlijk.” Hij grinnikte. „En mijn vrouw heeft boeken. Daar mag je weleens wat van lenen, als je haar dat vraagt. Wacht. Ik heb ook iets wat je misschien wel interessant vindt om te lezen.” Hij vergat de rest van zijn boerenkoolstamppot en zocht in de boekenkast naar een dun geschriftje. „Hier staat het een en ander in over de suikerteelt. Interesse?” 
Ze bloosde verrast. „Zeker, mijnheer, graag zelfs! U krijgt het weer terug zodra ik het uit heb en ik zal er zuinig op zijn.” 
„Het is al goed, kind. Wel, je mag ook wel een extraatje hebben. Je vervangt onze huishoudster uitstekend.”

bron: Reformatorische Dagblad http://www.refdag.nl/boeken/gerda_van_wageningen_schrijft_honderdste_streekroman_1_615602 

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in boeken, Feiten en meningen, schrijven en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op Streekromans ten onrechte doodgezwegen

  1. Indertijd heeft de HP De Tijd positieve aandacht besteed in een omvangrijk artikel over de streekroman

    Like

  2. Marja zegt:

    Ik lees ze een enkel keertje, maar struikel te vaak over al die godsdienstige oubolligheid. Voor de doelgroep zijn het zeker belangrijke romans.
    Interessant logje. Fijn weekend.

    Like

  3. berternste zegt:

    Inderdaad – streekromans zijn soms wat al te zoetsappig en moralistisch wat betreft de romantiek, soms wat flemerig wat de godsdienst betreft, maar ze geven een beeld van het leven in de streek en de tijd in kwestie.

    Ik ben vaak verhuisd en vond het altijd interessant om streekromans uit mijn nieuwe regio te lezen.

    Like

Plaats een reactie