In het Duits heet pure chocolade ‘zartbitter’, letterlijk vertaald zoiets als zachtbitter, dat is mooi uitgedrukt wat het is. Ik kan genieten van echte pure chocolade, hoe puurder hoe liever.
Kinderen houden niet van bitter, ze hebben liever de zachtzoete melkchocolade, die mij veel te flauw is. Ze houden ook niet van spruitjes of witlof. Ik wel, zacht gestoofde witlof met een beetje boter, om van te smullen.
Naast zoet, zout en zuur is bitter een van de vier hoofdsmaken en voor veel mensen de minst aangename. Er is al snel de associatie van gevaar, van vergif. Maar zoals met alles, geniet ervan met mate. Te veel zoet is ook niet lekker, van te veel zout krijg je dorst, te zuur (zure melk) is mij een gruwel; te veel bitter doet je walgen.
Vroeger kende elke streek zijn eigen ‘bittertje’. De gewoonte om een paar druppel bittere angostura aan de jenever toe te voegen is allang verdwenen. Maar de Beerenburg, de Boonekamp, de Underberg zijn Magenbitters die opeens weer veel gedronken worden.
Ik drink mijn koffie het liefst zwart, lekker bitter. In Limburg voegen ze er Els la Vera aan toe, het Elske, een bittere likeur, om er met een beetje gember en een toefje slagroom echte Limburgse koffie van te maken.
ik deel je smaak, heb me laten vertellen dat de vertaling van het van oorsprong inheemse woord cacao ‘bitter water’ betekent. Een koel glas bitter bier, ook lekker
LikeLike