Het wonderlijke en onregelmatig verschijnende tijdschrift Furore van alleskunner Piet Schreuders is deze keer helemaal gewijd aan het Parijs van Le ballon rouge. Dat Parijs van deze romantische film uit 1956 is het Parijs van de wijk Belleville/Ménilmontant, het 20^e district van de Franse hoofdstad. De wijk ligt helemaal in het noordoosten, op een van de heuvels die het centrum omringen.
Hier filmde Albert Lamorisse zijn beroemde korte film over het jongetje en zijn rode ballon, de film die ik als kind moest zien en die voor het eerst een gevoel van melancholie opriep.

In Furore gaat Schreuders haarfijn na waar welke opnamen zijn gemaakt. Je vindt er talloze plattegronden en gedetailleerde kaarten. Je kan de hele wandeling nalopen, maar de wijk verandert snel, stegen zijn dichtgetimmerd, hele woonblokken weggevaagd.

Belleville is geen wijk waar toeristen komen. Het is een rauwe arbeiderswijk met veel verschillende immigranten. De lage huizen die in de film nog te zien waren, zijn nu gesloopt en vervangen door lelijke nieuwbouw. Belleville is nooit ‘in’ geweest, je vindt er dus geen dure boutiques, geen populaire cafés. Wel een park waar je bij zonsondergang een prachtig uitzicht hebt over Parijs. Nog steeds zijn er de trappen, de hellend straten.

Ménilmontant vormt een onderdeel van Belleville en zo heet ook de grote brede straat die dwars door de wijk loopt.

Niet alleen Le ballon rouge werd hier opgenomen. Ook Le casque d’or, de filmklassieker met Simone Signoret, werd hier gefilmd.  Ménilmontant doet ook meteen denken aan het gelijknamige chanson van Charles Trenet.

Ik ben er nooit geweest, maar ga bij mijn volgende bezoek aan Parijs zeker rondkijken in Belleville/Ménilmontant.