zakkendrager, zakkenheffer, zakkenvuller, zakkenroller, zakkenwasser …
Dat laatste, zakkenwasser als scheldwoord, heb ik nooit begrepen. Je zou iemand toch dankbaar moeten zijn als diegene bereid is jouw of andermans zak te wassen?
zakkendrager, zakkenheffer, zakkenvuller, zakkenroller, zakkenwasser …
Dat laatste, zakkenwasser als scheldwoord, heb ik nooit begrepen. Je zou iemand toch dankbaar moeten zijn als diegene bereid is jouw of andermans zak te wassen?
Tegenwoordig stoppen we onze zakken in de wasmachine en laten ze draaien, vroeger was dat wel anders, toen moest alles nog met de hand gebeuren.
En daarom was je een zakkenwasser, want het werd door niet geschoolde mensen gedaan, niet al te snuggere ook, die hoefde je dus niet dankbaar te zijn.
LikeLike
De appelzakken dus?
LikeLike
De zakkendrager was een havenarbeider die schepen leegmaakte of vulde en lid was van het zakkendragersgilde.
Overal in het land zijn Zakkendragershuisjes, meestal ingericht als Musea, daaraan een herinnering.
Of de zakkenwasser daar ook zijn oorsprong vind is niet aannemelijk. Er word beweerd dat het vooral verwijst naar iemand die teveel met zijn handen in de zakken staat bij werkzaamheden.
LikeLike
Dat lijkt me een aannemelijke verklaring.
LikeLike
Zakkendragers waren in de middeleeuwen verenigd in gilden. Was je eenmaal lid van zo’n gilde, dan was je, mits je je aan de regels hield en stevig doorwerkte, verzekerd van werk, je kinderen hoefden nooit hinger te lijden en je kon nooit uit je huis gezet worden. Dit sociale stelsel is bijvoorbeeld in Schiedam, waar het gilde van groot belang was voor de jeneverindustrie, na de Franse tijd voortgezet, ook al verdween de benaming “gilde” officieel uit de boeken.
Wanneer een zakkendrager niet meer in staat was om de zware lasten te torsen, men droeg balen graan van 80 kilo of meer, dan kon hij zich altijd nog nuttig maken als onderhoudsman voor het materiaal. Het zakkendragershuisje was gelegen achter de Nieuwe Sluis, een stelsel van 5 sluisdeuren, die de werking van eb en vloed achter de sluis nagenoeg neutraliseerden. Vandaar dat de kademuren achter de sluis hooguit een halve meter hoog waren. Ideaal dus om de stoffige zaken in uit te spoelen. Dit werk werd ook weer gedaan door zo’n min of meer uitgerangeerde zakkendrager, die op die manier toch nog zichzelf nuttig kun maken en een centje kon meeverdienen.
De term “zakkenwasser” staat dus eigenlijk voor: “Iemand die verder nergens goed voor is, een mislukkeling, een sukkel. Vergelijkbaar beroep is de putjesschepper, iemand die de rioolputten uitschepte.
Meer weten over de zakkendragers van Schiedam? Kijk op www,anthonisgilde.nl
Cees van Giezen
secretaris van het Zakkendragersgilde Sint Anthonis te Schiedam
LikeLike
Dank voor deze uitvoerige aanvulling!
LikeLike