Die verdomde voorzetsels

 

Woont Peet nou aan de gracht of op de gracht? En Els, woont ze op het plein of aan het plein? Jessica is duidelijk, die woont op een eiland.

John zit op een boot naar Engeland, maar Martijn zit in het vliegtuig naar Stockholm. Zit Jet nou aan de koffie daar achter die computer? Nee, ze zit er juist voor, m’n beste, aan de achterkant zitten alleen de draadjes.

Ten noorden van de stad ligt een mooie plas. Sommige mensen wonen er aan het water, maar Justin heft het mooiste plekje, hij woont in een woonboot op het water. In Rotterdam woon je op Zuid, maar in Amsterdam woon je in Noord; allebei een schrikbeeld voor de centrumbewoners.

In Syrië leven veel mensen onder een schrikbewind. Elders leven de zwervers onder de snelweg, onder een brug of in het park. De beter gesitueerden wonen bij voorkeur aan het park.
Ja Jan, je kunt er helemaal naast zitten, terwijl je toch gewoon in de grote stoel zit of op de bank.

Voorzetsels zijn lastige woordsoorten om te leren aan mensen die het Nederlands niet als moedertaal hebben. En zelfs dan is het af en toe een ware puzzel.

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in taal en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op Die verdomde voorzetsels

  1. fredvanderwal zegt:

    In de eerste zin moet het voorzetsel “aan” zijn.
    Gracht en plein zijn duidelijk afgescheiden van de woning. Op een gracht of plein kun je niet wonen.

    Like

  2. berternste zegt:

    Ook in andere talen zijn voorzetsels vaak verrekte lastig.

    Enigszins off topic: Wat voor buitenlanders in het Nederlands extra lastig is, is het gebruik van zitten, liggen, staan, waar in veel buitenlandse talen enkel zijn wordt gebruikt. De koekjes zitten in de trommel. De trommel staat op tafel. Keer je de trommel op tafel om, dan liggen de koekjes op tafel. Vooral dat van die zittende koekjes klinkt voor buitenlanders lachwekkend. Die zien in gedachten koekjes op stoeltjes zitten.

    Like

  3. Corja van Ommering zegt:

    Ja, verwarrend allemaal. Gisterochtend was ik op de tuin; het gaat hier over de moestuin. ’s Middags dronk ik thee op mijn bankje achter het huis; dan heet het ineens in de tuin. Overigens, “mits” en “ondanks” (aangevuld met dat) en “plus” (uit de illustratie) zijn voegwoorden en geen voorzetsels. Wat “per” is, zou ik niet direct weten.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s