Afgelopen weekend hadden we op kasteel Groeneveld het jaarlijkse Festival van het Goede Leven. Heel veel mensen, mooi weer en tal van activiteiten voor burgers en buitenlui, voor jong en oud. Veel kraampjes ook met producten, direct van het land.
Pompoenen bijvoorbeeld. Om ze aan te prijzen zou je een bordje kunnen maken: Pompeuze Pompoenen. De pompoenen worden dan opeens sierlijker, vorstelijker. Ja, ik heb ooit ook als copywriter gewerkt. Alliteratie, een mooi ritme, het werkt aanstekelijk.

Tijdens de eerste les van de schrijfcursus hebben we ons afgelopen maandag gebogen over het bijvoeglijknaamwoord. Dat kleurt het zelfstandig naamwoord. Een goedgekozen bijvoeglijk naamwoord zorgt ervoor dat je dingen voor je gaat zien, hoort en ruikt. Knapperige kastanjes zijn veel aantrekkelijker dan zomaar kale kastanjes. Maar pas op: een teveel aan bijvoeglijke naamwoorden maakt de tekst overspannen, overladen. Gebruik ze spaarzaam, maar met beleid. We maakten tijdens de les nog een aantal reclamebordjes:

trotse tomaten
spannende spitskool
weerbarstige winterwortel
kakelende kiwi’s
bandeloze bananen
koninklijke koolrabi’s
pittoreske pastinaken
dromerige druiven
bolle bellefleuren

Lesopdracht: ga zo verder met veldsla, bietjes, citroenen, radijs, kappertjes, mosterd, opperdoezen, cantharellen, snijbiet, krulandijvie, perziken, morieljes, walnoten, zeezout.