Toch niet gek

 

Zeist, Huize Stenia

Irene Gret – zo herinner ik me haar tenminste – vertelde me dat ik toch echt gek was. Ik zat toch niet voor niets op Huize Stenia, zei ze er achteraan. Natuurlijk wist ik beter. Acht jaar zal ik geweest zijn en ik woonde helemaal niet op Stenia. Ik woonde in het tuinmanshuis van het landgoed, bij juffrouw Mica. We hadden niets te maken met de vreemde kinderen die in het hoofdgebouw werden verzorgd. We lachten ze uit en heel soms had ik medelijden met zo’n kind bij wie het snot uit de neus stroomde en dat niet uit haar worden kon komen. We vierden er het Sint-Jansfeest in de zomer en het Michaelsfeest in de herfst. Ik vond het er vreemd ruiken in dat grote huis met zijn donkere trappen en lege gangen. Het was de geur van te lang gekookte groente, weet ik nu en lysol waarmee de wc’s werden schoongemaakt.

Maar de woorden van Irene Gret klonken nog lang na. Ik was als kind van zeven immers uit huis gedaan door de tante bij wie ik eerst woonde. Een moeilijk kind was ik, had ze gezegd en het zou goed voor me zijn als ik ergens anders ging wonen. “Voor een paar weken maar”, zei ze; het werden zeven jaar. En ik was lastig, steeds waren er conflicten met de leraren. “Heb je weer de bokkenpruik op?”, vroeg mijn klassejuf mevrouw Visser dan. Ze kwam heel dicht bij me, ik rook haar viooltjesparfum. Ook dan bleef ik boos, ook al wilde ik het niet. Soms begon ze te lachen: “Kijk, ik zie de zon alweer schijnen!” Mokkend werkte ik dan verder aan mijn rekenopdrachten of mijn tekening, mijn tranen verstoppend achter mijn handen. Tussen mijn vingers door zag ik de andere kinderen naar me kijken, smoezend met elkaar. In de pauze bleef ik binnen om de klas op te ruimen, wachtend op een complimentje van mevrouw Visser.

Villa Rozenhoeve waarin tot midden jaren vijftig de Zeister Vrije School was gevestigd.

Pas in de vijfde klas van de Vrije School was het over. Ik raakte bevriend met Gerrit en Bas twee wat stille jongens die net als ik hielden van muziek en verhalen. We waren onafscheidelijk en brachten uren door op de zolder van de oude school waar opgezette uilen bovenop de oude bibliotheekkast stonden. We bestudeerden oude atlassen en probeerde het vreemde gotisch schrift te ontraadselen van de platenboeken uit de kast. Die stamden volgens ons uit oude kastelen en waren op de vlucht uit Oost-Pruisen meegenomen door de familie Von Gleich, of de oude eigenaren van de villa waarin de school was gehuisvest. De rest van de klas vond ons misschien een beetje saai, maar nooit werden we meer uitgelachen of gepest.
En een jaar later was ik een van de weinige leerlingen die toelatingsexamen mocht doen voor de hbs. Zo gek was ik dus ook weer niet.

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in geschiedenis en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

7 reacties op Toch niet gek

  1. Stefania zegt:

    Wat een jeugd en daar nog goed uitkomen. Knap.

    Like

  2. galmiers zegt:

    Mijn beeld van rustgevende oude villa’s zal ik misschien wat moeten nuanceren, hoewel het idee van oude atlassen en gotisch schrift er prima inpast.

    Like

  3. Selma zegt:

    Antroposofen, praat me er niet van.
    Een moeilijke jeugd kunnen zij nóg moeilijker maken.

    Like

    • Wllm Kalb zegt:

      Ik begreep weinig van hun filosofie, maar echt last heb ik er niet van gehad. Gelukkig maar ik had wel iets anders aan m’n kop. Van de Vrije School heb ik wel een enorme vracht algemene ontwikkeling overgehouden en vaardigheid in het breien en houtsnijden. Spellen leerde ik daarentegen pas op de middelbare school.

      Like

  4. Selma zegt:

    Goed dat je zulke dingen opschrijft overigens,
    zulke geschiedenissen moeten niet vergeten worden.

    Like

  5. Irene Gret zegt:

    Tot mijn verbazing zie ik dat het verhaal met de titel ‘Toch niet gek’ begint met mijn naam: Irene Gret. Ik vraag me af of wij elkaar kennen of dat die naam puur toeval is. Ik ben benieuwd naar je reactie.

    Like

    • Wllm Kalb zegt:

      Die naam herinnerde ik me plotseling. Ik weet niet of ik me dat juist herinner, maar het zou kunnen dat wij elkaar ontmoet hebben, dat moet in 1952/53 zijn geweest in Zeist …

      21 februari. Het raadsel is opgelost. Irene Gret woonde niet in Zeist, maar ik ontmoette haar later toen ik een jaar og elf was en we logeerden in een pension in Epen in Zuid-Limburg. Het was dus een ander meisje met een andere naam dat me voor gek verklaarde … Het geheugen blijft een onbetrouwbaar instrument. Dank Irene voor deze mooie rechtzetting.

      Like

Geef een reactie op galmiers Reactie annuleren