Het is zeker 25 jaar geleden dat ik verbonden was aan een particulier instituut dat gespecialiseerd was in het geven van intensieve taalcursussen. Je kon er in enkele weken vloeiend Zweeds, Swahili maar ook Nederlands leren. Ze waren er heel trots op dat ook prins Claus bij hen Nederlands had geleerd.
Ik gaf individuele lessen Nederlands en was dan vaak veertien dagen lang drie dagdelen bezig met mijn cursisten. Vaak waren dat zakenmensen die voor korte of langere tijd in Nederland kwamen werken en in ieder geval de beginselen van de taal onder de knie wilden krijgen. In zo’n korte periode kon je heel wat bereiken als de cursist enig taalgevoel had en zich flink inspande.
Na een tijdje werd ik om de een of andere reden de juiste persoon geacht voor de lastige gevallen, zoals de twee Limburgse zusjes die van hun dialect af wilden (we noemden ze natuurlijk De Limbra Zusjes), de Chinese jonge vrouw die vooral Chinees en bijna geen Engels sprak (met haar begon ik Jip en Janneke te lezen, uitstekend lesmateriaal!) en een Duitse mevrouw die Nederlandse conversatielessen wilde volgen, maar absoluut zonder grammatica! Deze Frau Grünnert herinner ik me nog heel goed. Ze kwam voor twee uurtjes op woensdagochtend. Tot voor kort woonde ze in Blankenese, het Wassenaar van Hamburg, was getrouwd met een Nederlandse zakenman en woonde nu in een bungalow in Buitenveldert.
Van Nederland deugde helemaal niets. Elke les begon ze met een litanie aan klachten, over de winkels, het personeel, de bewegwijzering, de taxi’s, ook onze prachtige guldens deugden niet, veel te opvallend, het leek wel nep-geld.
En de taal deugde ook al niet. We begonnen met het lezen van de krant en stukjes uit de Margriet. Ik vroeg haar alle nieuwe woorden op te schrijven, wat ze braaf deed. Maar ze kon er maar niet over uit dat je in het Nederlands niet kon zien of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk was – wij hebben immers alleen het bepaald lidwoord ‘de’ en niet ‘der’ en ‘die’ zoals in het Duits -. Hoe kon ze dan ooit Nederlands leren als we zoiets simpels niet goed hadden geregeld?
Het is nooit meer goed gekomen tussen mevrouw Günnert en het Nederlands; na een paar weken kwam ze niet meer. Ik vermoed dat ze, met of zonder man, opgelucht terug is gegaan naar Blankenese.
Interessant om te zien hoe buitenlanders tegen onze taal aankijken. Die Duitse mevrouw heeft overigens wel een punt. Wij lopen altijd maar te hannessen met de bezittelijke voornaamwoorden.
LikeLike
Heerlijk verhaal. Mijn franse vrienden laten het bij ‘ja’ en ‘hoi’ . Waarbij ze bij het laatste woord eerst diep ademhalen en dan met kracht de ‘h’ er uit persen.
LikeLike
Je bent toch niet stiekem een non uit Vught?
LikeLike
Haha, nee hoor; er zijn meer instituten die dergelijke cursussen aanbieden, ook buiten het klooster.
LikeLike
Tja, die “bei uns ist alles besser”-mentaliteit bestaat nog steeds…
LikeLike