Daar sta je dan. Afgelopen dinsdagavond ging de cursus schrijven in Den Haag van start. De les begint om 19.00 uur. Naar de Hogeschool is het van deur tot deur 88 kilometer. Als alles meezit rij ik dat met de auto binnen een uur, maar ik neem een ruime marge, zeker de eerste keer. Ik vertrek om 17.15 uur. Deze keer zit niet alles mee. Integendeel. Op de A29 tussen Eemnes en Lunetten staat het vast. Tergend langzaam schuiven de rijen auto’s richting Utrecht. Waar ik normaal gesproken een kwartier over doe, duurt het nu vijf kwartier. Soms heel even gaat het wat sneller. Ha, denk je dan, het valt toch mee, maar niet veel later sta je weer bijna stil.
Je kan niet voor- en niet achteruit, geen zijweg pakken om de file te vermijden, je kan alleen maar berusten en dat is best moeilijk! 19 km lang is de file, zonder aanwijsbare oorzaak, hoor ik op de radio. Ik zie aankomen dat het ver na zevenen wordt voordat ik in Den Haag aankom. Ik kan gelukkig mijn vriend bellen en hem vragen om de school te vertellen dat ik later zou komen. Maar ik heb geen handsfree, dus bellen is lastig en aantekeningen maken of zo gaat dan helemaal niet. Steeds denk ik aan de cursisten die in zo’n leeg lokaal zitten te wachten, en die vrezen dat ze voor niets zijn gekomen.
De afgelopen twee jaar heb ik de cursus ook gegeven, ik ken de weg, en heb ervaren dat ik beter met de auto kan gaan dan met de trein; als ik een ruime marge neem, kom ik op tijd en met name op de terugweg scheelt dat heel veel tijd en ergernis.
Eenmaal op de A12 gaat het weer vlot,. Op grote stukken mag je daar120 km rijden, maar dat is heel onduidelijk aangegeven. Ik kan makkelijk parkeren en kom ruim twintig minuten te laat het lokaal binnen. Gelukkig zijn de studenten opgevangen dor een collega, er is koffie en lesmateriaal. Dan gaan we hard aan het werk.
Voortaan eerst goed op internet kijken: hoe druk het is op mijn route en dan eventueel toch de trein nemen of nog eerder vertrekken. Weer een lesje geleerd.