Ze hebben het maar makkelijk tegenwoordig, die kinderen. Letterlijk alles is op internet te vinden. Als tiener zat ik naast de pick up, met een blauw schriftje om elke zin die ik hoorde op te schrijven, om eindelijk te weten wat er gezongen werd. Regel voor regel schreef ik het op, de naald moest telkens weer teruggezet worden, met het risico van een kras. Spanend was dat. De Engelse teksten noteerde ik min of meer fonetisch op, want veel woorden waren totaal onbekend. Maar dan kon je lekker meebrullen met de Beatles.
Het schriftje ben ik kwijt, maar ik zie het nog voor me, met mijn onhandige hanenpoten. Ik was er zeer aan gehecht. Jaap Fischer stond er ook in. Hoe ging ook al weer dat mooie verhaal over Esmeralda? Ik kende het bijna uit mijn hoofd, als een gedicht klonk het, maar ik weet het niet meer. Internet biedt uitkomst, ik kan Sprookje zelfs bestellen als ringtone.
Sprookje
Een koning had eens vijf zonen en een prinses
Zij nu had goudblonde lokken
en ogen als meren die niet konden jokken
En ze was de jongste van de zes
Maar, deze prinses was huwbaar
Vaak gingen de koning en zijn zonen vroeg op pad
En dan joegen ze de hele dag
terwijl zij thuis te dromen lag en wachtte op
Ze wist niet wat
En deed ze een stap naar buiten
Dan lagen er vreemde prinsen in het gras
Vreemde prinsen te fluiten
Die wisten allang hoe laat het was
De koning zei: ze kon krijgen wat ze bliefde
Ze kon vrijen met lakeien
Ja maar, zeiden de zoons, ja,
maar dat is geen liefde
En toen kwamen er drie mannen aan de poort
om over liefde te vertellen
En de eerste was een geleerde,
en de tweede was een vreemde snoeshaan
en de derde was Hans
En de geleerde mocht beginnen:
Liefde is minnen
en samenzijn
Iets nieuws beginnen, mijn is dijn
Warm van binnen,
verlegenheid;
samen in zee, geen ach, geen wee
Maar hola hee – genegenheid …
En liefde is niet houden van
Je kan van zoveel vrouwen houwen
Je kan met zoveel vrouwen trouwen
als je er wat in ziet,
maar liefde is dat niet
Je houdt van kip met appelmoes
–
En toen knikte de prinses,
want ze hield ontzettend veel
van kip met appelmoes
–
En toen had de geleerde het over Amor en Caritas
En wat het verschil daartussen was
Over Arabij, Eros en Philia
Over een diner voor twee met dansen na.
En de prinses was stil en zo luisterde ze
En toen ze wat mocht vragen fluisterde ze:
En zoenen?
Zoenen staat niet in Koenen,
zei de geleerde
En ging.
En toen mocht de vreemde snoeshaan
En die zei:
O, hoe bestaat het dat ik hou
van een lelijke vrouw
Zo lief, zo zacht en toch zo lelijk als de nacht
Zelfs als ze lacht
O, hoe bestaat het dat ik hou van een lelijke vrouw.
Ik sluit mijn ogen en haar hand sluit in mijn hand
Juist zo klein als zij moet zijn,
precies zo fijn als zij moet zijn
Als wijn die je zacht ondermijnt, overmant.
En dan weet ik dat ik hou van een beeldschone vrouw
Die zon verduistert, meer zingt dan fluistert
naar niemand luistert
O, dan weet ik dat ik hou van een beeldschone vrouw
.
Maar als ze langs sjokt als een paard
Een lelijk paard
De kop omlaag, de vormeloze dijen
die kinderen doet schreien
en schichtig springt en jachtig verder jaagt
…
Dan oog ik naar de vrouw waarvan ik hou
Ze komt weerom, ik sluit mijn ogen
Dat is dom
Ik weet niet goed wat ik moet doen
met deze vrouw
waarvan ik hou
En toen mocht Hans.
En Hans zei: Ja, ik weet het nog niet
Maar, het moet een meisje zijn
met
prachtige kleren en goudblonde lokken
Met ogen als meren die niet kunnen jokken
Een mond als van honing en dan weer scherp als een mes
En hopelijk is haar vader dan koning en zij een prinses
Maar…
Ze moet Liesje heten
En toen keek de prinses hem aan en zei:
Ik heet Esmeralda,
maar zeg maar Liesje.
Jaap Fischer 1962
Helemaal herkenbaar!
Ook ik heb de teksten van Jaap Fischer en anderen zitten opschrijven, maar dan met behulp van een bandrecorder. Van grote sterren als Bob Dylan kwamen er op een gegeven moment gestencilde boekjes uit op A4-formaat met teksten. Dat spaarde een hoop werk, zeker bij de soms niet erg verstaanbare Dylan.
Jaap Fischer beluister ik nog steeds graag.
LikeLike
Toen ik in dienst zat met een andere soldaat opgetreden
en ‘de cipier’ voorgedragen; dat was 1979 of het jaar daarop
LikeLike
Bedankt Joost. Ook die ken ik nog wel, is wel erg cynisch ….
LikeLike