Nederlanders hebben doorgaans niet zo veel met poëzie. Zeg maar gewoon wat je bedoelt, maak geen cryptogram van je boodschap. Toch zit de taal vol poëtische constructies, zoals de alliteratie. We zijn er dol op.
Kind noch kraai, man en muis, man en macht, kop en kont, lust en leven, nacht en nevel, ziel en zaligheid, huis en haard, wel en wee, hebben en houden, dag en dauw, weer en wind, dik en dun, wil en weg, klok en klepel, laatst en lacht, jut en jul, billen en blaren, gedonder en glazen, passie en preken, muizen en mauwen, arbeid adelt, leven en laten leven, verre vriend, sloppen en stegen, blaffen en bijten, laatste loodjes, zoet en zuur, wikken en wegen, …
Sinds Suske en Wiske ben ik er ook een groot liefhebber van. De nerveuze Nerviërs’, ‘De koddige kater’, ‘De mollige meivis’, ‘Het statige standbeeld’ etc.
Probeer het ook regelmatig in mijn blogtitels te gebruiken.
LikeLike
Wis en waarachtig!
LikeLike
komt tijd, komt raad!
LikeLike
We zijn gewoon gehersenspoeld in onze jeugd door Wammes Waggel, Guus Geluk, Dagobert Duck, Kwik Kwak en Kwek, Dappere Dodo, Doris Day, Derk and the Dominos, Dikkertje Dap, Willy Walden, Berend Boudewijn, Momfer de Mol, Peter Pan, De Dikke Deur, Snuf en Snuitje en vele anderen. 🙂
LikeLike
Wie weet waar Willem Wever woont? Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan, enzovoort en zo verder…
LikeLike