“We hebben hier in Parijs een regel. Als mensen met elkaar afspreken, geeft de eerst aangekomene de ander een half uur om op tijd te verschijnen – zonder verder iets te vragen.” (Uit ‘Onzichtbaar’ de geweldige roman van Paul Auster). Adam Walker is vijfentwintig minuten te laat, “maar”, constateert hij, nadat Cécile de regel heeft uitgelegd, “dan ben ik dus vijf minuten te vroeg.”
Zou dat bij ons ook kunnen werken, vroeg ik mij af. Niet dat geïrriteerde kijken op je horloge of smartphone, geen verwijten, geen impertinente vragen. Gewoon de krant lezen tot de ander verschijnt, een boek een tijdschrift, en blij zijn omdat de ander überhaupt is gekomen. Of hoort de dwang om op tijd te komen bij onze cultuur, bij onze prestatiemaatschappij? Is dat onze ideale manier van leven?
Lid van
Top berichten & Pagina’s
- De jurk van Dione de Graaff
- Over de trui van Sarah Lund – The Killing
- Nooit doorgebroken – de carrière van Marjol Flore
- Luxemburgs – een taal, een dialect?
- Nina en Frederik – nooit meer gehoord
- Bouwlust
- Wat wordt de nieuwe naam van de gemeente? - Over het bedenken van een naam
- Oscar komt later - mits, vermits, mitsgaders
- Ich hab’ noch einen Koffer in Berlin – het lied van verlangen
- Nooit meer gehoord – de mooie Esther Ofarim
Blog statistieken
- 310.242 hits
Als het om een werkafspraak gaat, kan ik me voorstellen dat het handig is op de afgesproken tijd te komen. Wil je met iemand naar de film of het theater, dan ook. Maar, gewoon wat drinken en kletsen? Spreek af met een marge, tussen vier en half vijf bijvoorbeeld. Boek van Paul Auster mee, een kop koffie bestellen en de tijd vliegt.
LikeLike