Een beertje onder mijn jas – jeugdherinneringen 3

UnknownIk was nog net geen 14 en dat werkte dit keer positief, zoals ik later zou merken. Het was zo’n zaterdagmiddag dat ik niets te doen had. Ik liep naar de stad, ging mijn boeken ruilen bij de Openbare Bibliotheek, nog in het oude gebouw op de Nieuwe Markt. Even kijken op de markt op de Binnenrotte, onder het spoorviaduct, de Coolsingel over naar de nieuwe Bijenkorf. Achterin, in een soort uitbouw, was de afdeling met pocketboeken, ook al zoiets nieuws. En daar stopte ik een pocket van Peter Cheney onder mijn jas. Ik had geen geld en wilde heel graag zo’n deeltje uit de Zwarte-Beertjesreeks hebben. Ik draalde nog een tijdje rond, liep naar buiten en werd letterlijk in mijn kraag gegrepen.

Ik moest mee naar een kamertje ergens onder de grond. Ik liet het gelaten over mij heen komen. Twee meneren tegenover me. Ik weet niet hoe het verder gelopen is, ik wachtte af. De politie kwam ik moest in een Volkswagentje mee naar het bureau. Via die enge paternosterlift naar boven. Daar weer wachten. Ze zullen op me ingepraat hebben, waarom had ik het gedaan? Ik zei helemaal niets want ik wist het niet.

Omdat ik nog geen veertien was, kwam de rechter er niet aan te pas maar ik moest wachten in een wachtlokaal, de deur ging op slot. Ik had mijn  tas bij me met de nieuwe boeken van de bibliotheek en begon rustig te lezen. De politie haalde mijn moeder op die verschrikt zat te wachten toen ik uit de wachtkamer werd gehaald. Ze was niet eens boos, maar wist bij god niet wat ze met me aan moest.  We gingen met de tram naar huis, er werd niets gezegd.

De Bijenkorf, Rotterdam 19571 De Bijenkorf, Rotterdam 1957

Dat weekend kwam mijn broer thuis, drie jaar ouder dan ik en als zestienjarige net in dienst bij de marine. Hij sloeg me flink in elkaar, het blauwe oog bleef nog een week zichtbaar. Ik denk niet dat hij het in opdracht van mijn moeder deed, maar hij was gewoon woest op dat eigenwijze ventje dat zijn moeder zo voor schut had gezet.

Twee weken later moest ik als en soort strafwerk nog een zaterdagmiddag naar het politiebureau komen met een grote groep andere jeugdige delinquenten. We kregen een preek van een echte bromsnor en moesten een opstel schrijven over goed en kwaad. Ik heb geen idee wat ik op papier heb gezet, maar weet nog wel dat ik er een goed gevoel over had.

Mijn moeder had het er nooit meer over. Dat boekje van Peter Cheney moest ik natuurlijk teruggeven. En echt, ik heb het nooit meer gedaan.

Zie ook:
Jeugdherinneringen 1 Zeist http://wp.me/p1MauM-10R 
Jeugdherinneringen 2 naar Rotterdam http://wp.me/p1MauM-11a

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in Feiten en meningen en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

7 reacties op Een beertje onder mijn jas – jeugdherinneringen 3

  1. timmerark zegt:

    Heb je het boekje in kwestie daarna ooit nog gelezen?

    Like

  2. ….want gij weet het allen wel: Snoepen leidt tot stelen!

    Like

  3. Herman Keppy zegt:

    Maar kennelijk heb je het later toch een mooie plek in je bibliotheek kunnen geven, aangezien je er een afbeelding van hebt.

    Like

  4. berternste zegt:

    Mooie verhalen.

    Like

  5. cornutus zegt:

    Het verbaast me niet dat je een goed gevoel had over dat opstel. Er zullen wel geen cijfers voor uitgedeeld zijn, neem ik aan? 😉

    Like

Plaats een reactie