De Taalclub van 1943

Een van de merkwaardigste boeken uit mijn boekenkast is de gebonden uitgave ‘ONZE EIGEN TAAL, Het boek van de TAALCUB’, een uitgave van de nationaalsocialistische uitgeverij De Schouw uit 1943. Het is geschreven door ‘Henk Schrijver’ het wat doorzichtige pseudoniem van Yge Foppema, een nogal omstreden onderwijzer en dichter die na de oorlog veel geprezen is. Dick Verkijk toonde echter aan dat hij gedurende oorlog meer dan een brave meeloper was. (1940-1945: De omroep in de oorlog)

Het boek van de Taalclub is daarom zo merkwaardig omdat het begint met een handgeschreven inleiding zogenaamd van de zoon des huizes Wim Schrijver. Het boek staat verder vol rode doorhalingen, dat zijn namelijk ‘foute woorden en uitdrukkingen’ die de spreker van goed Nederlands diende te vermijden. Het boek is volgens de auteur gebaseerd op de aantekeningen van Marie Servaes, het dienstmeisje van de familie Schrijver.

‘Onze eigen taal’ behoorde bij een serie wekelijkse radio-uitzendingen op Hilversum II, iedere zondagavond van 18.30 tot 19.00 uur, een halfuurtje Taalclub, waarin allerlei taalkwesties aan de orde kwamen. De club had enkele tienduizenden leden.

De Taalclub paste in het streven naar een zuiver Diets, de nationaalsocialistische opvatting dat ook in de taal het volk zuiver moest zijn. “Dit boek wil een hulpmiddel zijn bij het overwinnen van de moeilijkheden die het zuiver spreken en schrijven van onze moedertaal in den weg staan.”

Hoewel de auteur heel vaak aangeeft wat goed en wat fout is, toont hij zich soms ook heel redelijk. Over plat en beschaafd zegt hij in de Inleiding: “Om misverstanden te voorkomen moeten we even nog iets zeggen over de begrippen ‘plat’ en ‘onbeschaafd’, want beide woorden hebben meer dan één betekenis. ‘Platte taal’ kan betekenen: ruwe taal, grove woorden. Hierover hebben wij het natuurlijk niet. Wij gebruiken hier ‘plat’ in de oorspronkelijke betekenis van: eenvoudig. Platte taal is dan eenvoudige taal, zoals die door eenvoudigen menschen wordt gesproken. Tegenover zulke platte taal staat de beschaafde taal. De tegenstelling houdt echter niet in dat mensen die plat spreken niet beschaafd kunnen zijn! Beschaafd zijn is nog iets anders dan enkel maar beschaafd spreken […] De platte, dat is de eenvoudige volkstaal, verdient als voertuig voor eenvoudige gesprekken de liefde van die haar spreken en ons aller belangstelling en waardering. Het algemeen beschaafd is echter de drager van de Nederlandse cultuur.”

Vervolgens behandelt het boek in 16 hoofdstukken allerlei taalkwesties waar onderwijzers zich druk over maakten in die vervlogen tijd. Soms heel herkenbaar en nog steeds actueel zoals de vraag: is het ‘u hebt’ of ‘u heeft’ (mag allebei), soms gedateerd. Zo mag je van de Taalclub niet schrijven: vanaf bladzijde 3, het moet zijn: van bladzijde 3 af … ; er is aandacht voor het onderscheid tussen ‘opdat’ en ‘zodat’ (‘opdat’ verwijst naar een doel, ‘zodat’ naar een gevolg).

Vermakelijk is het hoofdstuk ‘Taalbedervers’ dat gaat over vermeende barbarismen. “We hebben gezien dat het gebruik van vreemde woorden allerlei bezwaren en gevaren meebrengt. Maar pas nog meer op voor de venijnige taalbedervers, woorden of uitdrukkingen die schijnbaar Nederlands zijn, maar in wezen tot een vreemde taal behoren, of gevormd zijn op een wijze die in strijd is met het wezen van onze eigen taal.”

Heel veel van de door Schrijver genoemde voorbeelden herkennen we niet meer als germanismen; ze zijn ingeburgerd en deel gaan uitmaken van het Nederlands – of ze nu strookten met het wezen der taal of niet. Enkele voorbeelden van wat niet mocht:

Aanbetaling; aanvechtbaar; arbeidsongeschiktheid; het bankwezen; belevenis; benadrukken; briefopener; daadkracht; doelstelling; draagwijdte; enerzijds; gedegen; gelijkberechtigd; grootmacht; handgebreid; hoogbouw; ingreep; kopschuw; langjarig; liefdesbrief; meemaken; mijnerzijds; onbestemd; omstandig; onderbreken; onderbrengen; onomwonden; ontoerekeningsvatbaar; opinie; rauwkost; rechten studeren; je reinste onzin; dat speelt geen rol; schijnwerper; smalfilm; spervuur; op de spits drijven; stappen nemen; stopcontact; succesvol; tendens; toename; toespitsen; totaalindruk; uitbalanceren; een film uitbrengen; vakbekwaam; verkapt; met voorbedachte rade; vertrouwensarts; voorradig; voorwoord; vorig jaar; waar mogelijk; waardepapieren; weerbestendig; tot zinken brengen; zuurgraad.

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in schrijven, taal en getagged met , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op De Taalclub van 1943

  1. Mark zegt:

    prachtig die voorbeelden van taalbedervers. Met een aantal ben ik het roerend eens. Zoals “stappen nemen” en “het bankwezen” (ik heb wel eens nachtmerries van het bankwezen), Ook voorradig is toch ook eigenlijk een draak van een woord (“een draak van een” is vast ook een taalbederver) . Je kan ook keurig “op voorraad” zeggen. Is ook veel platter.

    Geliked door 1 persoon

  2. Filip zegt:

    Taal is een levend iets, de dag dat de taal niet meer wijzigt zal het ook met de mensheid slecht gesteld zijn. Creatief omspringen met taal maakt die taal boeiend. Mensen die alles tot de taal toe persé in hokjes willen indelen getuigen van kortzichtigheid en starheid van geest.
    Oude taal, dialecten en de door de jeugd gebruikte nieuwerwetse taal verrijken het vocabulaire van de gebruiker van de taal. Snuisteren als in een curiosawinkel, verbazing en verrassing zijn dan dikwijls je deel in plaats van verveling en strengheid bij de puristen.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s