Het stond bij de ingang van het andere dorp, een geel bord met zwarte letters, een mooi dicteewoord: freesvak (niemand spreekt de f nog uit als een f en de v als een v, het is in beide gevallen er iets tussenin; voltooid deelwoord gefreesd).
Je moet dus opletten als het nog niet helemaal donker is. Ik merkte al snel wat een freesvak was, de asfaltlaag was flink aangepakt, geribbeld, bewerkt met een freesmachine, tijd om snelheid te verminderen.
De wegwerkers weten ongetwijfeld wat een freesvak is, maar de langsrijdende automobilisten? Ik ben bang dat hun vocabulaire niet toereikend is, een eenvoudige aanduiding 30 km zou effectiever zijn.
Misschien hebben de heren van het bouwbedrijf ook een educatieve taak en willen ze ons een taallesje geven? Ik heb er in ieder geval iets bijgeleerd.
In plaats van bang had ik vrees hier ook wel mooi gevonden…. (frees- proef- voorsorteervak) Gelukkig spreekt niet iedereen de V zo mooi uit als Beatrix. Ieder zijn vak.
LikeLike
En zij freesden met grote frezen… 🙂
LikeLike
Ik vfreez ook het ergste
LikeLike