Juffrouw Voskuil

Unknown-1Op elke etage van het pand in Rotterdam waren twee woningen. Tegenover mijn moeder woonde juffrouw Voskuil, een kleine, wat gezette dame van onbestemde leeftijd. We groetten elkaar beleefd, maakten een praatje op zaterdagmiddag als het trappenhuis geveegd moest worden, maar dat was het dan wel. Ze werkte bij de Belastingdienst in de Puntegaalstraat, wist mijn moeder. Op de een of andere manier lukte het haar altijd om al om half vijf thuis te komen. Op de trap hoorde ik dan vanuit haar woonkamer de televisie: muziek, gelach – een wereld die ik niet kende. Mijn moeder had geen televisie. Ze werkte bij R.S. Stokvis aan de Westzeedijk en kwam pas om zes uur thuis. Zij had genoeg aan haar boeken en de radio. Ik mocht al blij zijn dat ze een platenspeler had gekocht, speciaal voor mij.
Via de radio en het Rotterdamsch Nieuwsblad volgde ik het nieuws en ook sport, vooral schaatsen en tennis. Ergens in juni, op een warme zaterdag in 1960 werd op Wimbledon de finale gespeeld van het damesenkelspel: Maria Esther Bueno uit Brazilië tegen Sandra Price. Hadden we nu maar televisie, dacht ik steeds. Ik trok de stoute schoenen aan en klopte aan bij juffrouw Voskuil. ‘Zou ik misschien een uurtje televisie mogen komen kijken?’ Natuurlijk mocht het.
Ik was nog nooit bij haar binnen geweest. De voorkamer was net zo klein als die van ons, maar gezelliger met een zitbank, veel geborduurde kussens, planten. De televisie ging aan en via een bibberig zwart-witbeeld zag ik de wedstrijd. Juffrouw Voskuil zat op de bank met een tijdschrift en naast zich een grote zak tumtum, waar ze achteloos en zonder te kijken telkens een snoepje uit haalde en in haar mond stak. Ze bood mij er ook een aan, maar ik bedankte snel. Van tennis had ze geen verstand, zei ze, ze keek nauwelijks.

De eerste set was spannend, de speelsters hielden elkaar mooi in evenwicht, het werd uiteindelijk 8-6 voor Bueno. Maar het kostte me moeite de wedstrijd te volgen. Juffrouw Voskuil stelde me allemaal vragen over mijn school, over mijn moeder en de andere bewoners van het huis. Ze kwam steeds dichterbij me zitten. Toen het in de tweede set al snel duidelijk werd dat Bueno met gemak zou winnen, hield ik het voor gezien en stond op. Juffrouw Voskuil kwam naast me staan, ik rook de zoete geur van de tumtums maar ook haar lichaamsgeur. Ze legde haar hand op mijn schouder; ik was bang dat ze me wilde kussen. ‘Dag lieve jongen’, zei ze. Ik wist niet hoe gauw ik weg moest komen. ‘Bedankt hoor, tot ziens’.

Een jaar later zat juffrouw Voskuil hele dagen thuis op de bank. Ze was afgekeurd, zei mijn moeder. Ik ben nooit meer bij haar binnen geweest.

Zie ook:
Rotterdam Lieve Verschuierstraat http://wp.me/p1MauM-uc
Een huisje onder de huurwaarde – Rotterdam jaren zestig http://wp.me/p1MauM-iB 
13,14,15 jaar en onbegrepen – jeugdherinneringen http://wp.me/p1MauM-11a

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in geschiedenis en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Juffrouw Voskuil

  1. simonkorving zegt:

    Werd Bueno bijna een kinderbueno 😉
    leuk verhaal !!

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s