Leg dat maar eens uit aan iemand uit een ver land die het Nederlands probeert te begrijpen: Kop in de krant: ‘Cocu op zijn hoede voor Roda JC’. Wat een hoed is weten de cursisten wel. Ook hebben we gekeken naar het verschil tussen een hoed, en pet en een muts. Maar daar staat het opeens: ‘op zijn hoede zijn’.
Toch is de stap van hoed naar ‘op zijn hoede zijn’ niet eens zo groot, kleiner dan ik dacht. Een hoed is oorspronkelijk niet voor de sier, voor de mooi, maar om je hoofd te verwarmen en te beschermen tegen weer en wind. De hoed bewaakt je. Ook bestaat er een werkwoord ‘behoeden: iemand ergens voor behoeden; ook daar zit de betekenis ‘beschermen’, ‘bewaken’ in.
‘Op je hoede zijn’ betekent dus niets anders dan: waakzaam zijn, zorgen dat je niets overkomt. Zorgen dat je als PSV niet verliest van Roda JC. (wat in de bekerwedstrijd tot ieders verbazing toch gebeurde). Een hoed dragen als het dreigt te gaan regenen.
Behoed je voor de man met de hoed.
LikeLike