Opeens zag je ze in 1977 overal in de stad: witte posters, zwarte drukletters, raadselachtige, poëtische teksten die zomaar in het wildeweg werden opgeplakt. Niemand wist wie dat deed. Een dichter? Een stunt van een journalist? Een grapje van Drs.P.?
Regelmatig doken nieuwe teksten op. En opeens hield het op. De raadsels bleven, er werd veel gespeculeerd. En kwamen navolgers, de commercie maakte er gebruik van. Een leukerd maakte van de Blinde Hartstochten ‘Blinde vinken’, van ‘Eeuwige Trouw’ maakte hij ‘Hou en Trouw’.
Bas Roodnat schreef erover in het Cultureel Supplement van NRC-Handelsblad van 24 juni 1977. Volgens hem zijn er maar vijf teksten van de Wilde Plakker (WP) zelf:
‘Waarom heb ik dit niet eerder gedaan?’
‘Een groot dressoir met een foto van mijn zoon erop’
‘Je ziet het er van buiten niet aan af’
‘Blinde hartstocht, sombere wolken, eeuwige trouw’
‘Maandag 21 maart vanaf 2 uur gelegenheid tot feliciteren’
En zesde tekst werd wel gedrukt maar nooit geplakt, die is ‘te pijnlijk voor mij’ liet hij via een tussenpersoon aan Het Parool weten, de tekst is dus onbekend, niemand weet waarom die tekst te pijnlijk zou zijn. Het Parool drukte nog wel een andere tekst van de WP: ‘Piepschuim van niets zal je bedoelen’. Voor 600 gulden kreeg de krant de tekst via dezelfde tussenpersoon, maar of die ook echt van de WP afkomstig is?
De serie heette ‘Om de winter door te komen’, aldus Roodnat. Maar hij, noch Gijs van Lennep die hard zijn best heeft gedaan om de auteur van deze teksten te vinden, konden achterhalen wie hij nou was. Dat het een man was, stond voor hen vast, de tussenpersoon had dat laten doorschemeren.
Heel soms duikt zo’n poster nog wel eens op bij eBay, dan wordt er grof geboden. Anonieme kunstenaars doken later vaker op, de man met de hoed op de Marnixstraat, de vioolspeler bij het Concertgebouw, het boomzagertje op jet Leidseplein. Maar annonieme poëzie blijft uitzonderlijk.
Hennie en Tiel waren de uitbaters van een geliefd café op de hoek van de Brouwersgracht en de Prinsengracht. Wie Bob & Hassan zijn heb ik niet kunnen achterhalen.
Foto’s Willem Kalb, 1977.
Ik heb -in de diepe provincie weliswaar- wel eens alle ruiten van een politiebureau…
LikeLike