‘Is dit nog wel een dictee’, vroeg Caroline die de eerste regel nog braaf zat mee te pennen. De witte wijn stond klaar evenals de hapjes zalm. Net als vorig jaar zouden we samen meedoen aan het Groot Dictee. Maar al na de tweede zin gaven we op. Dit was strafcorvee. Mees Kees vond dat we maar eens moesten ondervinden dat afspraken over spelling lastig en willekeurig zijn en dat taal meer is dan spelling. De verhaspelingen, de opzettelijke taalfouten zorgden ervoor dat we de draad kwijtraakten, we konden er geen touw aan vastknopen.
Ik probeer goed Nederlands te schrijven, de spellingregels maken dat niet makkelijk. Of iets los of juist aan elkaar (aanelekaar?) moet, voel ik niet goed aan, ik zoek het op als dat kan. De meest voorkomend dicteewoorden heb ik ooit uit mijn hoofd geleerd (onmiddellijk, stiekem, monniken en dergelijke) maar in het Groot Dictee zaten opeens woorden als ‘guichelheil’ en het beroemde en beruchte ‘przewalskipaard’. Toen was de lol er al snel af. Vakjargon, exoten en idioterieën domineren de wedstrijd tussen Nederland en Vlaanderen. Ik haakte af en bekeek het geheel met verbazing vanaf de zijlijn. Ging dit over mijn taal? Maar Caroline haalde me over, samen doen we weer mee, althans dat proberen we.
Cursisten kreunen en steunen al als het gaat over de spelling van ‘hij vermoordt en ‘hij is vermoord’. Dat kan ik gelukkig uitleggen, dat is te leren, zeg ik steeds. Maar ‘polysyndetons’ ‘anakoloeten’ en ‘wiewauwen’? Met dit dictee heeft Kees van Kooten nog eens willen aantonen dat er gekken zijn die het liefst de hele dikke Van Dale uit hun hoofd willen leren, maar hij had ze tuk; ze moesten ook nog eens onderstrepen waar de tekst uit de bocht vloog, waar hij stijlfouten maakte. Dat ze ‘gerianiums’ daar ook onder rekenden vond ik flauw; dit neologisme moeten we in ere houden.
We keken verbijsterd toe en schonken als troost nog maar eens in.
Er ging een volle fles door, Anno Hodie had meerdere dorsten als ooit tevoren bij voorafgaande Grote Dicteëen, wat tengevolge had dat er nu een forse kater rondwaart.
Welke sadist gaat het volgende jaar het Nederlands neersabbelen?
LikeLike
Tot nu toe vond ik het altijd leuk om mee te doen aan het Groot Dictee. Dit jaar ben ik ook na de tweede zin afgehaakt; wat een arrogantie. En inderdaad, dan nog maar een wijntje….
LikeLike
Op de middelbare school in Nederland kreeg ik een vier voor Nederlands. De leraar (bijgenaamd “de zeug” omdat hij negen kinderen had) vond het maar niks dat ik mijn grammatica niet wilde leren en alleen gewone woorden in mijn opstellen wilde gebruiken. Ik ben toen maar in het Engels gaan schrijven.
LikeLike
Had dan toch “de beer” moeten heten. Volleguns mijn dan.
LikeLike
Het Groot Dictee is altijd al voorzien van een stortvloed aan woorden die vrijwel geen mens zonder hulp van een spellingwijzer foutloos kan opschrijven. Ik doe er al jaren niet meer aan mee. Misschien wilde Mees Kees de onzin ervan eens goed duidelijk maken door extra te overdrijven.
LikeLike
Dat laatste is zeker het geval. Maar hij zadelde de deelnemers daarmee wel op met een onmogelijk dictee …
LikeLike