Maandag 8 september. We besluiten een dag of vijf in Ibb te blijven, een kleine stad, in het hoogste en groenste deel, midden in het land. De ramadan is begonnen en dat maakt het reizen lastig. Veel winkels zijn overdag gesloten, taxi’s beginnen pas ’s avonds weer te rijden. Ibb bestaat uit een laag gelegen deel langs de weg waar ons hotel is en een hoog gedeelte op de bergrug. Het hoge deel is erg oud, maar niet zo mooi als het oude Sana’a. Het is er armoediger, vuil en stinkend. Er zij alleen maar kinderen te zien, de volwassenen slapen nog. Als we een poortje doorgaan komen we op de binnenplaats van een moskee met een mooi bassin voor de rituele wassing. We gaan de stad uit en lopen mee met een paar vrouwen die met een paar geiten ook naar beneden gaan. Ze doen een sluier voor hun gezicht als ze ons ontdekken, maar die gaat gauw weer opzij als we voorbij gelopen zijn. We genieten van de stilte en het mooie uitzicht. Een paar kleine koeherders komen bij ons zitten. Via tekeningetjes kunnen we met elkaar communiceren. Peter spreekt trouwens al aardig wat woorden Arabisch, geleerd uit het boekje dat we hebben meegenomen.
Dinsdag 9 september. We staan op ons dooie gemak, eten droog brood met kaas uit blik en een slok mineraalwater waar we erg zuinig mee zijn omdat het moeilijk verkrijgbaar is en erg duur.
Om half tien breekt de zon door en gaan we op weg naar Djibla dat we al eens uit de verte hebben zien liggen. Het is een flinke wandeling van twee-en-een-half uur, erg mooi langs de gerstvelden en groene heuvels. Soms gaan we even zitten onder een grote schaduwrijke boom. We krijgen gezelschap van twee jongetjes die met veel plezier hun zelf gemaakte hoepels van de berg af laten rollen.
Bij het filmen valt Peter van een muurtje en zijn toch al gehavende been is nu helemaal kapot, maar gelukkig kunnen we wel verder. Na een bocht in de weg zien we opeens, tegen de helling van een berg de stad liggen met veel minaretten die kaarsrecht omhoog steken. Om in de stad te komen moeten we eerst een oeroude brug over waar een rivier onderdoor stroomt met veel water, iets wat we nog niet veel hebben gezien. Een brede trap leidt dan naar de eigenlijke stad. Als ik boven ben zie ik Peter niet meer en ga dan wat dwalen door de straten van het stadje in de hoop hem wel weer tegen te komen. Later blijkt dat hij eerst naar het gloednieuwe hospitaatje is gegaan om naar zijn been te laten kijken.
Djibla was ooit de hoofdstad van Jemen. Vanuit de verte ziet het er indrukwekkend uit, maar van dichtbij valt het wat tegen. Veel verwaarloosde huizen die vroeger vast erg mooi zijn geweest. Er zijn twee grote moskeeën, eigenlijk te groot voor het stadje. Een jongetje neemt me op sleeptouw en laat me van alles zien. Ik moet mijn schoenen uitdoen, we beklimmen dan de minaret van de oudste moskee van de stad. Dat gaat via een smal trapgat, ik kan er met mijn fototas nauwelijks doorheen. We gaan tot de eerste omgang. Hiervandaan riepen de priesters de gelovigen zes keer per dag op tot gebed. Nu gaat dat met een luidspreker. Mijn gidsje brengt me ook naar de ruïnes van het paleis van koningin Arwa die in de 12e eeuw vanuit Djibla over Jemen geregeerd zou hebben. Was Jemen toen zo vooruitstrevend? Er zitten gaten in het dak en het gras groeit tussen de plavuizen.
Ik heb dorst gekregen maar in het stadje is vanweg de ramadan geen enkel theehuis open. In een winkeltje koop ik tomatensap in blik. Dan zie ik Peter met een verband om zijn been. Hij vertelt me over zijn ontmoeting met enkele mensen uit Sana’a die in het hospitaaltje zaten te wachten op de Amerikaanse tandarts, de enige die ze in dit land vertrouwen. We gaan terug naar Ibb, juist als de school uit gaat. Er komen wel honderd kleine jongens en meisjes de trap op gewandeld, een fraai gezicht, mooi om te filmen.
Die avond gaan we nog eens kijken in de souk. Het is er erg druk, gezellig zelfs. Het is de meest schilderachtige souk die we in Jemen hebben gezien. Veel nauwe steegjes met overal winkeltjes en werkplaatsen, verlicht door gaslampen of olielichtjes. Er is een klein theehuisje waar we heerlijke mint-thee drinken. Er zitten veel jongeren waaronder een paar jongens die wat Engels spreken. Er is ook een ongesluierde, wat oudere vrouw die alsmaar tegen ons praat met kokette gebaren. Ze houdt een portret van de vorige, afgezette president tegen haar borst.
De oudste jongen zegt dat hij student is, hij wil graag aan de anderen laten zien dat hij goed Engels spreekt en nodigt ons uit om bij hem thuis te komen. In het pikkedonker lopen we over wat modderige paadjes naar beneden, gaan over de begraafplaats en komen bij zijn huis. In zijn kamer praten we lang na over Europa waar hij graag naar toe wil en over het versieren van vrouwen waarin hij erg geïnteresseerd is. Peter zit niet erg lekker, hij heeft buikkrampen en diarree. Het is al laat als we terug gaan naar onze kamer.
Woensdag 10 september. Peter is behoorlijk ziek, hij gaat ieder half uur naar de wc die overdag niet goed doorgespoeld kan worden omdat er geen water is. De enige mogelijkheid is dan om wat te rommelen met blikjes water die je uit een groot vat moet scheppen dat in de hoek van de ruimte staat. De enige wasbak is doorgaans verstopt, de vloer altijd nat en vies. Je moet dus wel je schoenen aantrekken. Gelukkig hebben we voor diarree goede pillen bij ons en het gaat in de middag al wat beter.
’s Middags had ik met onze student afgesproken. On drie uur komt hij me ophalen met een auto waarin nog een vriend zit. We gaan eerst boodschappen doen, halen brood bij een prima bakkertje en sigaretten. Dan gaan we weer via de begraafplaats naar het huis van Mohammed. We bonken over de graven. Hoewel het ramadan is, roken de jongens sigaretten en eten van het verse brood. We praten in moeizaam Engels over politiek en geloof. Mohammeds vader komt binnen en is erg boos als hij ziet dat de jongens roken. De jongens verontschuldigen zich, maar als hij weg is roken ze gewoon verder. Volgens Mohammed kan je op straat zelfs opgepakt worden door de politie als je niet meedoet aan de ramadan.
Peter voelt zich weer wat beter en wil ’s avonds mee naar de film. Ik heb met Mohammed afgesproken. Er is sinds een jaar een bioscoop in Ibb en die is vooral bij de jongen mensen razend populair. Als we om acht uur bij het theehuisje zijn, is Mohammed echter nergens te bekennen. Huisarrest? We hebben nog tijd en lopen door de souk waar het weer heel erg druk is. Een kapper scheert onder heel veel bekijks een oude man kaal en maakt daarbij veel gekke gebarent. We kijken hoe jongetjes heel serieus aan het dammen zijn, kleine kinderen doen een soort knikkerspel, ze maken steeds ruzie, meisjes spelen met een oude, kapotte speelgoedauto.
Zonder Mohammed gaan we dan toch maar naar de film. We komen bij een grote kale hal, de film wordt geprojecteerd op de muur. De zaal is vol met jongens, de paar meisjes die aanwezig zijn zitten veilig opgeborgen in een apart gedeelte, achter een laag muurtje. We zitten op ijzeren stoeltjes en trekken veel bekijks. Er worden zakjes met noten verkocht, het is een enorm kabaal voordat de film begint.
Het is een Indiase film, een poging om James Bond na te doen. Een zeer simpel verhaal met veel vechten, dansen en zingen. De hoofdrol is voor een dikke held met een babyface en een heldin, die ondanks haar wulpse uiterlijk zeer kuis blijft, maar tijdens het dansen enorm met haar borsten en billen schudt, alsof haar leven er van afhangt. Het publiek leeft enorm mee, er wordt veel gejoeld (als de held opkomt) geklapt (na een gevechtsscène) en gefloten (bij dat wulpse dansen). Als het avonturenverhaal omslaat in een mierzoet liefdesverhaal vinden we het wel genoeg en gaan naar ons hotel om de volgende dag goed uitgerust te zijn voor een flinke wandeling.
Zwartwit foto’s: Wlm Kalb 1975
Zie ook
Herinnering aan Jemen 1 aankomst in San’a http://wp.me/p1MauM-1oK
Herinnering aan Jemen 2 rond Sana’a http://wp.me/p1MauM-1pb
Een land waar je nu beter niet als westerling kunt verblijven.
LikeLike
Het is bijna onwerkelijk om in deze oude verslagen te lezen hoe makkelijk en hoe vrij we destijds in dit prachtige land konden rondreizen. Er is veel veranderd. Het wordt sterk afgeraden om nu door Jemen te reizen. Wie weet wordt het weer eens beter, maar de situatie in het land is ster verslechterd. Ik kom daar nog op terug.
LikeLike