„Wie kon lezen wilde weg“ – interview met Edgar Reitz van ‘Die andere Heimat’

reitz60 uur film omvat de hele Heimat-cyclus nu, de langste film ter wereld. Hieronder een ingekorte versie van een interview dat regisseur Edgar Reitz dit najaar had met Christiane Peitz van Der Tagesspiegel naar aanleiding van de première van ‘Die andere Heimat’  

De film vertelt het verhaal van Jakob (gespeeld door Jan Dieter Schneider) die altijd aan het lezen is, die de taal van de indianen leert, die weg wil uit Schabbach. In de Hunsrück heerst in 1842 armoede, veel bewoners emigreren. De rij wegtrekkende huifkarren aan de horizon staat centraal in de ‘Kroniek van een verlangen’, een reis terug in de tijd.
Jakob is de overgrootvader van de familie Simons uit de Heimat-trilogie van Edgar Reitz. Deze prequel ‘Die andere Heimat’ vertelt het verhaal van de bittere armoede, van het verlangen naar elders (‘Fernweh’) en de plannen om te vertrekken.
Een verhaal in dialect, in zwartwit gedraaid met een paar scènes in kleur. Tijd en ruimte, 270 Minuten lang. Een weids landschap waarin cameraman Gernot Roll een paar mensen weet te vangen: de vader van Jakob, de dorpssmid, de uitgeputte moeder (gespeeld door Marita Breuer, die ook de moeder speelde in de eerste ‘Heimat’) en Gustav, de broer. Zij verbazen zich over Jakob. Het liefst zou die met zijn Jettchen weg willen, ze is de dochter van een edelsteenslijper. Maar dan blijkt ze zwanger te zijn en verloopt alles anders dan gedacht …

Meneer Reitz, een aantal van uw voorouders is in de in 19e eeuw vanuit de Hunsrück naar Brazilië geëmigreerd. Gaat het daarom in dit deel van de cyclus over emigratie?
In 2001, toen we werkten aan het derde deel van ‘Heimat’, kreeg ik een brief die me op het spoor zette van deze verre verwanten. Sindsdien ben ik met dit onderwerp bezig. Maar Jakob is vooral gemodelleerd naar mijn broer Guido. Hij is altijd in de Hunsrück blijven wonen en heeft alle talen van de wereld bestudeerd. Hij was een gerenommeerde taalkundige. In de 19e eeuw zou men hem een kamergeleerde hebben genoemd. Na zijn dood vond ik meer dan tienduizend boeken in zijn huis, waaronder heel veel over de verschillende indianentalen.  

Hoe komt Jakob als zoon van een gewone dorpssmid in 1840 aan al die boeken over Brazilië?
Er bestonden al leesgezelschappen in die tijd, niet alleen in de steden maar ook in de wat grotere dorpen. Bovendien werd in 1815 in Pruisen de leerplicht ingevoerd. En wat lazen de mensen toen, zodra ze konden lezen? Avonturen-romans en reisverhalen. De alfabetisering riep het verlangen naar verre landen op, zoals de nieuwe media ook een rol spelen bij de migratie in onze tijd. Mensen in Pakistan of in Afrika zien op de televisie of via het internet dat er elders een beter leven mogelijk is. Dat roept een verlangen op. Destijds waren het boeken en ook kranten, die in de 19e eeuw sterk in opmars waren.

UnknownEmigreerden de mensen dan niet vanwege de armoede, maar door het lezen van boeken?
Armoede, misoogsten, honger en een hondse behandeling door autoriteiten waren van alle tijden. Pas toen ze konden lezen vertrokken ze. In de Pfalz, de Eifel, de Hunsrück liepen hele dorpen leeg. Velen gingen naar Brazilië, want keizer Dom Pedro stuurde ronselaars door heel Europa, ze hadden daar boeren en handwerkslieden nodig. In grote delen van Duitsland bestond nog grootgrondbezit waar knechten in verplichte loondienst waren. In die delen van Duitsland die door de Fransen bezet waren, had je vooral kleine boeren die hun kleine stukje land in eigendom hadden. Dat klinkt mooi, maar het had ook een keerzijde: veel kleine boeren waren straatarm. Ze moesten hun land verdelen onder hun zonen; binnen twee generaties was het land versnipperd, de boeren hadden geen nagel om aan hun gat te krabben.

Waarom is het belangrijk om over deze tijd te vertellen?
Het is goed om de wereld eens te bekijken vanuit een dorp als Schabbach! Het omdraaien van het perspectief is uiterst zinvol, vandaar ook dat ik de tijd heb genomen. Vier uur duurt de film. De snelheid van deze tijd, het alsmaar meer willen, de overvloed aan informatie, is dat vooruitgang? Ik betwijfel het.

Ik ben blij te kunnen leven in een tijd waarin niet langer meer dan de helft van de kinderen sterft en mensen met al hun geploeter oud en ziek zijn als ze veertig zijn.
Daar is iedereen verheugd over. Natuurlijk. Maar al deze verworvenheden leiden vaak tot een achteloos consumeren en een nonchalance waar ik graag op wil wijzen. En hoe gaan we eigenlijk om met vreemdelingen? Waarom gaan we niet vriendelijker met ze om. Het is pas 150 jaar geleden dat wij zelf emigranten waren.

Bent u intussen ook naar Brazilië geweest om uw familie op te zoeken?
Twintig jaar geleden was ik er, maar toen wist ik nog niets over mijn verre familieleden. Nu corresponderen we met elkaar. Ze gebruiken er nog het dialect uit de Hunsrück zoals het klonk in de 19e eeuw. Ze noemen het het Hunsrücks van de Rio Grande. Dat dialect hebben we in film gebruikt, we brachten het weer terug naar zijn oorsprong.

imagesWas van te voren al duidelijk dat de film zich helemaal zou afspelen in de Hunsrück, dat u niet mee zou gaan met de emigranten naar Brazilië?
Oorspronkelijk was ik dat wel van plan, zoals na Heimat 1 in Schabbach deel 2 van de serie zich afspeelt in München. Maar dat was vrijwel onmogelijk; dat bracht zoveel logistieke problemen met zich mee. Ik zou dan een scheepsreis moeten filmen van ettelijke weken, een reis waarop ook al zoveel gebeurt. U ziet, er valt nog zoveel te vertellen.  

U heeft geen historisch dorp nagebouwd maar een bestaand dorp aangepast. Waarom?
Een dorp zoals dat was in de 19e eeuw bestaat gewoonweg niet meer, en gelukkig maar. Maar een nagebouwd dorp in de studio bleek een soort openluchtmuseum, een gekunstelde reconstructie, zonder het echte leven. Toen hebben we gekeken wat er nog over is. Het meest aanwijsbaar zijn de erfgrenzen. Die zijn in de afgelopen 150 jaar nauwelijks veranderd, ze zijn nog steeds krom en scheef. Daar hebben we gebruik van gemaakt bij het aanpassen van het dorp Gehweiler. We hebben oude gevels voor de huidige geplaatst, de daken hier en daar aangepast en over het asfalt een dikke laag grint en leem gestort. Voor de inwoners van het dorp was dat een enorme toestand. Bijna een jaar lang konden ze niet meer met hun auto bij hun huis komen en woonden ze in een dorp uit een andere tijd. Toen het filmen klaar was hebben we meebetaald aan het opknappen van de huizen en Gehweiler is nu mooier en beter onderhouden dan ooit tevoren.

15 jaar geleden zei u blij te zijn met de digitalisering en u hoopte dat de film los zou komen van het lineaire verhaal. Toch bent u in deze film een conventionele verhalenverteller gebleven.
Op chronologische wijze een verhaal vertellen biedt de mogelijkheid om veel lagen aan te brengen. Door de tijd te nemen, kan je iedereen aan bod te laten komen. In deze vorm voel ik me veel vrijer, ik ben niet gebonden aan een hoofdthema en nevenintriges. Deze vorm van vertellen biedt de kans om opeens een van de bijfiguren te volgen, alles behoort immers tot het hoofdthema.

Dus als de film maar lang genoeg duurt, ben je niet meer gebonden aan de lineaire vorm?
Ik heb het graag over ‘het principe van het overleven’. Mensen worden geboren en gaan dood – altijd, maar het vertellen gaat verder. Toen mijn vader was overleden in 1970, werd op de begrafenis steeds gevraagd: is iedereen er wel? Dat opende mijn ogen. Alle aanwezigen hadden maar één verlangen: niemand mag ontbreken. En natuurlijk waren sommigen er niet. Ook ik heb toen met mijn auto rondgereden om kennissen en familieleden op te trommelen. Iedereen moest er zijn. Toen pas werd er gefeest, gelachen, gedronken, getoast. Vader werd begraven maar wij wisten het zeker: wij zijn er nog. Dat is de kern van een epische vertelling en ook de basis van een goede film.

Die-Andere-Heimat-SzenenbildWerner Herzog heeft gezegd:  ik doe alleen mee, als jij ook meespeelt. Heeft u daarom de scène ingelast waarin u als eenvoudige boer de ontdekkings-reiziger en wetenschapper Alexander von Humboldt ontmoet?
(Reitz lacht) Misschien. Zulke grapjes voor insiders kun je je veroorloven als je oud bent. Ik stuurde Werner Herzog een e-mail, en hij antwoorde binnen een uur: Ja, ik doe mee maar alleen als jij ook meespeelt. Daarom zit ik daar op het land en ben ik mijn zeis aan het wetten als hij in zijn koets voorbij komt. De boeren klopten met een hamer op de zeis om hem scherp te maken, dat geluid ken ik nog uit mijn jeugd. Bij mijn manier van filmen hoort het gevoel van verbondenheid. Bij de oude Grieken was er de verbondenheid met de goden, bij mij is er de verbondenheid met het verloop van de tijden, de geschiedenis. Als filmmaker kan ik het bestaan van Fritz Lang of Kurosawa niet ontkennen. Zij hebben me beïnvloed en hun beelden leven in mij en mijn werk voort. Met zo’n rijke geschiedenis maak ik me geen zorgen over het voortbestaan van de film.

Nog niet zo lang geleden zei u: De toekomst van het vertellen van verhalen ligt in het internet. ‘Die andere Heimat’ is echter een ouderwetse zwartwit film geworden.
In de jaren negentig ontstond er een soort internet-euforie die mij erg aansprak. Maar we hebben het verkeerd ingeschat, we realiseerden ons toen niet dat we zo’n enorm wereldomspannend netwerk niet zouden kunnen beïnvloeden.

U heeft opnieuw in zwartwit gedraaid met hier en daar wat kleureffecten, het geluid trekt ook nu weer alle aandacht. Waarom heeft u alle registers open getrokken?
Film weerspiegelt altijd het karakter en de mogelijkheden van zijn tijd. De komst van geluid, kleur, 3D veroorzaakten altijd een crisis in de film. Dat houdt nooit op. Maar dat is geen reden om geen zwartfilm meer te maken. Die vertegenwoordigt een stuk cultuurgeschiedenis die we niet zomaar ter zijde moeten schuiven.
Nieuwe digitale technieken maken het mogelijk om veel meer te doen dan vroeger. We draaien niet meer in kleur òf zwartwit, de camera legt data vast, alles wordt opgeslagen. Het belangrijkste werk gebeurt niet meer tijdens het draaien maar tijdens het werk daarna, de postproductie. ‘Die andere Heimat’ is de eerste van mijn films die helemaal digitaal tot stand is gekomen, met een zwartwit waar ik vroeger nooit van heb kunnen dromen. Kleuren gebruik ik alleen als er een soort poëtische noodzaak voor is. We zijn zo gewend aan kleur dat we kleuren nauwelijks meer waarnemen. Ik wil dat de kijker de kleur weer zou zien.

En het formaat? Waarom cinemascope, is dat vanwege de natuuropnamen?
Bij totaalshots in cinemascoop heb je links en rechts van een gezicht nog heel veel ruimte. Ik wilde laten zien hoe het leven van mensen uit die tijd deel uitmaakte van de natuur, van de seizoenen. Ze waren ervan afhankelijk. Het wordt overigens steeds moeilijker om nog een ongeschonden wijds landschap te vinden. Overal op de Hunsrück staan nu windmolens en die mochten natuurlijk niet in beeld komen!

Vertaling en bewerking: Wllm Kalb. De film Die andere Heimat draait momenteel in Nederland.
Zie ook: 

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in Feiten en meningen en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op „Wie kon lezen wilde weg“ – interview met Edgar Reitz van ‘Die andere Heimat’

  1. Letterzetter zegt:

    Schitterend.
    In mijn opinie: film zoals film bedoeld is. Duitsland is gezegend met zulke cineasten.

    Like

  2. raamopen zegt:

    Mooi om dit artikel te lezen als aanvulling op andere berichten in de krant en tv-gids. Mij interesseert deze geschiedenis bijzonder, omdat een deel van mijn voorouders om vergelijkbare redenen vanuit Duitsland naar Nederland kwam.

    Like

    • Wllm Kalb zegt:

      Mijn voorouders zijn ook als emigranten uit Hessen in de 18eeeuw naar Nederland gekomen. Zulke bewegingen zijn van alle tijden. Nu staan ze meer in de schijnwerpers omdat het massaler gebeurt.

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s