Ordinair

Mijn tante Bé sprak het woord uit op z’n Frans: ordinaair en keek daarbij heel vies. Je was ordinair als je als meisje van zeven al gaatjes in je oren had laten maken en er kleine belletjes in droeg. Of als je als jongen van acht al een horloge droeg dat glinsterde. Je diende je ver te houden van ordinaire mensen, die deugden niet. Groot was mijn verbazing toen ik later leerde dat ‘ordinair’ ‘gewoon’ betekent. Ordinaire mensen behoorden niet tot een buitencategorie, maar ze waren ‘gewoon’ zoals iedereen, wij waren het die buitengewoon waren, extraordinair. Daar zat ik mee want ik wilde juist zoveel mogelijk zijn als ieder ander, niet opvallen, niet buiten de boot vallen. Tros was ik dus op de Amerikaanse bloes, opgestuurd door een verre achternicht uit New Jersey die de arme familieleden in Europa graag wat vrolijks gunde. Tante Bé vond de bloes veel te opzichtig en ik mocht hem niet aan naar school. Als ik buiten speelde deed ik hem aan maar tot mijn teleurstelling zeiden de buurjongens niets over die kleurige bloes, zelfs hun moeders niet bij wie we thee dronken en een koekje kregen.

Om te ervaren hoe andere mensen leefden werden we uit logeren gestuurd bij Jannie de werkster die in een klein huisje woonde in Austerlitz, een buurtschap dicht bij Zeist. Een huisje zonder badkamer, zonder centrale verwarming, met bloemen op de ramen van het kleine slaapkamertje waar een kermisbed was gemaakt voor mij en mijn broertje. In de keuken stond nog een ouderwets fornuis met vuur. We gingen hout sprokkelen in het bos; zaagden takken en kliefden houtblokken tot bruikbare aanmaakhoutjes, zodat we op het blinkende fornuis pannenkoeken konden bakken. Jannie, haar man en haar kinderen waren ‘gewone’ mensen maar als jongetje van zes voelde ik de warmte in dat gezin, hun hartelijkheid, de gastvrijheid. Na het eten gingen we met z’n allen op zoek naar Fikkie, het kleine hondje dat regelmatig wegliep. Het was al donker, toen we door de lege straten van het dorp liepen, overal lichtjes achter de ramen. Fikkie was bij een boerderij verderop waar hij wel vaker naar toe liep. We zaten daar met z’n allen in de warme keuken, ik kreeg in plaats van koffie een beker warme melk met honing, een vorstelijke traktatie vond ik dat. Toen ik daar later over vertelde aan tante Bé vond ze dat maar raar, wie geeft kinderen nou zoiets te drinken na het eten. Van haar kregen we een lepel levertraan en een snoepje om de vieze smaak weg te krijgen.

Vaak heb ik nog terug moeten denken aan dat nachtje logeren bij die ‘gewone’ mensen.

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in Feiten en meningen en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

6 reacties op Ordinair

  1. Gert-Jan zegt:

    Weer een heel mooi stukje. Je ziet het voor je ogen zich afspelen!

    Like

  2. Mooi om dit te lezen. We kunnen ook de uitspraak ‘doe maar gewoon’ veranderen in een ‘doe maar ordinair’

    Like

  3. kuifjesimon zegt:

    nog steeds erg wennen om hier in Frankrijk het woord ordinair te gebruiken; ons ordinair is hier vulgair. Obscuur… ook zo iets ( zo’n dingetje) ;-)))

    Like

  4. eenvoud zegt:

    ordinaair is een heerlijk woord, het is niet alleen vies maar ordinaair is ook heel erg geil, gewoon omdat het o ontzettend ordinaair is. Vreemd dat jouw vocabulaire deels niet strookt met het mijne. gewoon vind ik helemaal niet ordinaair. Gewoon vind ik tuttig en wat jij beschrijft als gewoon vind ik dan weer nostalgisch. Warme melk met honing is dat trouwens niet iets uit de Middeleeuwen?
    Levertraan is weer van veel later ten tijde van de walvisvangst, de eerste hollandse walvisvaarder, even denken, dan zitten we denk ik , toch wel halverwege de zeventiende eeuw. Mijn vader heeft er nog een boek over geschreven, daarom weet ik dat zo goed, over de vangst en over de rijke visgronden.

    Like

  5. Blewbird zegt:

    Mooie taaloverpeinzingen!

    Like

  6. Mark zegt:

    Zo overpeinsde ik eens het woord “fenomenaal” wat ook maar “observeerbaar” betekent. Iedereen is dus eigenlijk fenomenaal. En iedereen die openlijk gewoon durft te zijn, is dan fenomenaal ordinair. Klinkt heerlijk, vanaf nu is dat mijn norm. Hartelijk dank voor dit fijne inzicht 🙂 (http://verwoedenoten.wordpress.com/2012/10/06/fenomenaliteit/)

    Like

Plaats een reactie