Twee pagina’s in mijn analoge agenda staan vol met mijn wachtwoorden. Aanvankelijk was het een keurig uitgeprinte pagina met een overzichtelijk rijtje, alfabetisch geordend naar toepassing: van anwb tot ziggo. Maar intussen is er van alles bijgekomen, zijn wachtwoorden, klantnummers en gebruikersnamen gewijzigd. Het is een zooitje geworden. Nu ik mijn ov-kaart opnieuw moet koppelen aan mijn ov-fiets abonnement, blijkt mijn klantnummer onvindbaar (teug naar de bankafschrijving) en daarna klopt het wachtwoord weer. Heb ik het dan niet goed opgeschreven of het tussentijd moeten wijzigen?
Ik weet het niet meer, vraag een nieuw wachtwoord aan en streept in mijn agenda het oude door, het wordt nog onduidelijker allemaal.
Ik werk al tien jaar lang met één slim wachtwoord: drie letters twee cijfers. Maar ik moest daar in de loop der tijd allerlei variatie op bedenken, sommige wachtwoorden moeten een hoofdletter bevatten, of uit minimaal acht tekens bestaan waaronder een leesteken enzovoorts.
Als ik van de week weer eens tijd heb ga ik het netjes ordenen in een Word-document het opnieuw uitprinten en over de oude pagina heen plakken, dat wordt de derde laag. Er zijn ‘sleutelhangers’ waarin je je wachtwoorden kunt bewaren, die heb ik ook, maar op de een of andere manier kan ik die dan weer niet vinden of kan ik er niet in want ook daar heb je een wachtwoord voor nodig …
In jouw systeem bestaan maar 1.7 miljoen verschillende passwords. Als een hacker er elke seconde 1 probeert, is hij gemiddeld in 10 dagen binnen. Als je binnenkort dingen op je blog ziet staan die je niet zelf geschreven hebt, weet je wat er gebeurd is.
LikeLike