Feest in Amsterdam

UnknownHet was het idee van Joanneke. Ze zouden met z’n vieren haar verjaardag vieren in Amsterdam. Lekker stappen, even weg uit het dorp, weg van ouders, ooms en tantes, opa’s en oma’s en de verplichte visite die nu eenmaal hoorden bij een verjaardag, ook als je achttien werd. Uiteindelijk wilde Stefani niet mee, zodat ze met z’n drieën in de trein stapten die hen naar Amsterdam zou brengen, de zaterdag voor Koningsdag. Ze kreeg in de trein alvast haar cadeautjes, een zilveren kettinkje van Ellen en een stel malle sokken van Barbra.

Voordat ze uitstapten zetten ze alle drie een paars kroontje op hun hoofd en keken wel tien keer in het zakspiegeltje van Joanneke hoe dat stond. ‘Zo lijkt het net of je morgen gaat trouwen’, zei Ellen, maar dat was niet zo, Steven, dacht niet aan trouwen en Joanneke zelf maar heel af en toe.

Ze kwamen even na vijf uur aan, het was enorm druk op het plein voor het station. Veel vreemde talen hoorden ze om zich heen, trams reden af en aan. Ellen wist de weg. ‘Hier oversteken’, zei ze. Het leek alsof alle mensen naar dat ene smalle straatje wilden, schuin aan de overkant. Ze konden nog net oversteken voor het voetgangerslicht weer op rood sprong. Een groepje jongens, Italiaans of Spaans zo te horen, bleef naast hen lopen, ze riepen af en toe iets maar dat verstonden ze niet. Ellen glunderde, de drie trutjes uit de provincie vielen in ieder geval wel op.

images-1Voor ze het wisten liepen ze over de wallen. Ze wezen elkaar op de meiden achter de ramen, op de coffeeshops, de sekswinkeltjes. Ze schuifelden vooruit, het was zo druk dat ze niet veel sneller konden. Op het pleintje bij een kerk stonden tafeltjes op de stoep, maar het was te koud om lekker buiten te gaan zitten hoewel alle plaatsen bezet waren. Het werd tijd om wat te gaan drinken, maar waar? Er waren veel cafés, ze liepen na wat aarzelen een groot café binnen in de bocht, het was er niet al te druk, maar een zitplaats was er niet. Van te voren hadden ze afgesproken niet te veel te drinken. Voor Joanneke was dat geen punt maar Barbra en Ellen waren gewend om vooral in de weekends stevig in te nemen. Nu vormde ook hun portemonnee een belemmering, ze hadden samen zestig euro bij zich en daar moesten ze ook nog iets van eten. Het geld zat in de blauwe portemonnee van Ellen en die zat weer in de enige tas die ze bij zich hadden met de sleutels, en alle andere zaken die je nu eenmaal bij je moet hebben als je naar Amsterdam gaat. Barbra had ook een pakje condooms meegenomen, ‘Je weet maar nooit’, zei ze geheimzinnig. Joanneke vond het belachelijk, het idee alleen al dat ze zomaar met iemand mee zou gaan om ‘het’ te doen. No way. Ellen beheerde de linnen tas, maar zo was de afspraak, ze zouden hem om en om dragen.

Er kwam een tafeltje vrij en de vriendinnen bestelden witte wijn voor Joanneke en Barbra en een breezer voor Ellen. Ze keken uit op het plein waar nog steeds drommen toeristen langs het raam schuifelden. ‘Nu lijken wij wel een stel hoeren achter het raam’, zei Joanneke toen weer een stel opgeschoten jongens lachend naar hen bleef staan kijken en foto’s maakten. ‘Nou’ zei Ellen, ‘ik zou er best wel wat bij willen verdienen. Dat rotbaantje bij de supermarkt verdient echt bar slecht.’ ‘Op je rug zeker. Kom nou, dat doe je toch zeker niet’, zei Joanneke. ‘Grapje’, antwoordde Ellen. Twee jongens stonden vlak bij hun tafeltje en vroegen uiteindelijk in slecht verstaanbaar Engels waar zij vandaan kwamen. Het gesprek verliep moeizaam omdat het ook erg lawaaierig was in het café, maar het werd duidelijk dat de jongens studenten waren uit Warschau. De ene had mooi donker haar, de andere een vlassig baardje. Ze haalden ergens twee stoelen vandaan en zaten toen wat krap ook aan het tafeltje voor het raam. De donkere jongen sprak vooral met Barbra, de vlassige met Ellen. Joanneke bekeek het van een afstandje. Wat doe ik hier eigenlijk?, vroeg ze zich af. Ze wilde opeens gewoon thuis zijn. Ze keek op haar mobile telefoon en sms’te naar haar moeder.

imagesDe jongens boden een drankje aan, maar de meisjes stonden er op zelf te betalen. De jongens hielden vol en stopten de serveerster een briefje van twintig in haar handen. Zelf dronken ze bier en hun Engels werd steeds beter, zo leek het tenminste. Joanneke wilde wel weer eens opstappen maar Ellen en Barbra gingen zo op in hun gesprek met de twee Polen dat zij maar wat achterover leunde en naar buiten staarde. ‘Wat een circus’, dacht ze. De optocht voor het raam leek steeds bonter te worden. Een jongen in een konijnenpak, een groepje kerels in versleten bruidsjurken, een grote vent op naaldhakken en wel drie groepen meiden met dezelfde kroontjes op hun hoofd als zij. Ze pakte het kroontje vast en trok het van haar hoofd, de spelden vielen op de grond. Ze gaf het aan Ellen. ‘Het zit niet lekker, stop maar in de tas’. Ze zag dat het kroontje van Ellen helemaal scheef was gezakt, alleen bij Barbra zat het nog keurig rechtop in het midden, maar Barbra was altijd het netste van hen geweest.

Opeens stonden de jongens op, ze zeiden iets onverstaanbaars en verdwenen naar buiten. Ellen keek ze verbijsterd na. Barbra zocht naar de linnen tas die steeds onder haar stoel had gestaan. ‘Ellen, heb jij de tas?’ vroeg ze. Ze klonk ongerust. Nee, Ellen had hem niet en Joanneke ook niet. De tas was weg, met de portemonnee, de ov-chipkaarten, de sleutels, de verjaardagcadeaus en de telefoon van Barbra … ‘Die rotjongens’, riep Ellen, ‘die hebben hem vast gepikt.’ Ja of iemand anders, dacht Joanneke. Het was steeds druk geweest, telkens hadden mensen tegen hun stoelen geduwd, iedereen had het kunnen doen. ‘En nu?’ vroeg Joanneke. ‘Ik heb honger, zei Barbra en nu kunnen we niet gaan eten’. ‘En hoe komen we in godsnaam weer thuis?’ zei Joanneke.

Unknown-1De serveerster vertelde hen waar het politiebureau was, daar konden ze aangifte doen. Het duurde lang voordat ze bureau in de Beursstraat hadden gevonden. Ze konden aanschuiven in een lange rij, heel veel mensen waren beroofd, hadden zaken verloren, waren opgelicht. Joanneke vond zich vooral erg dom. Waarom had ze niet beter op de tas gelet. Eindelijk konden ze aangifte doen. Maar omdat het niet duidelijk was of de tas echt gestolen was, werd de aangifte niet opgenomen. Ze kregen folders mee met goede raad, als ze wilden mochten ze naar huis bellen, maar dat hoefde niet, ze hadden nog twee telefoons. Joanneke belde haar vader en vertelde dat ze de tas waren kwijt geraakt. Ja, ze wilden graag opgehaald worden. Ze zouden wachten bij de fietsenstalling bij het station. Anderhalf uur zou het nog duren. Goed, tot straks.

Nu haalde ook Ellen het kroontje van haar hoofd en gooide het in een overvolle prullenbak.

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in Feiten en meningen en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op Feest in Amsterdam

  1. Blewbird zegt:

    Nog goed dat er niks ‘ergers’ is gebeurd. Verzin het maar. Mooi verhaal!

    Like

  2. Wieneke zegt:

    Ach gossie toch en ze gingen naar de grote stad om plezier te maken……..
    Mooi verteld!

    Like

  3. Uit het leven gegrepen…. maar er blijven veel twijfels c.q. vragen open, zoals:
    -hoezo konden ze niet aantonen dat de tas echt gestolen was?
    -komen zakkenrollers in A. ook zo gemakkelijk weg met hun buit?
    -als beheerder was Ellen verantwoordelijk, maar haar wordt niets verweten; waarom niet?
    -waar bestond haar beheer uit?
    -zijn ze niet verzekerd of zo?

    Like

Plaats een reactie