Oorlogsverslaggeving 1864

onlineImage

Herdenking Tweede Duist-Deense oorlog – 150 jaar geleden in 2014

Naar aanleiding van de Deense televisieserie ‘1864’ heb ik eens gekeken hoe Nederlandse kranten de oorlog tussen Denemarken en Duitsland beschreven. In een tijd zonder oorlogsfotografen, zonder film- of televisiebeelden moesten de lezers het doen met zeer fragmentarische nieuwsberichten. Geen commentaren, geen samenvattingen, geen kaartjes. Het moet voor de lezers heel moeilijk zijn geweest om zich een beeld te vormen van wat zich daar in Zuid-Denemarken afspeelde.

Herdenkingsmonument Dybböl met rechts de molen.

Herdenkingsmonument Dybböl met rechts de molen.

In enkele provinciale kranten stond een wat langer bericht van een correspondent van de Londense Times. De Middelburgse Courant van 19 maart 1864 berichtte als volgt:
“Aan een brief van den correspondent van The times in het hoofdkwartier te Sonderburg, ontleenen wij het volgende: Al wie zich enigszins bekend wil maken met de ellende des oorlogs, hoeft slechts gelijk ik nog gisteren voor de twintigste maal deed, te paard de eenzaamste plaats te bezoeken welke een maand geleden het dorp Dybböl uitmaakte. Met zijne talrijke hofsteden, wijd en zijd verspreid, met zijne welvarend aanzien had het dorp korte tijd geleden nog al de bekoorlijkheid van een deensch ‘Alburn’1; terwijl de bewoners ten gevolge van goed onderwijs onder de liberale deensche regering den indruk gaven van tevreden en gelukkig te zijn. Langzamerhand – zegt de bovengemelde berigtgever – begin ik zeer veel sympathie voor de deensche natie te gevoelen. Zoo heb ik gedurende mijn verblijf van zeven weken onder de deensche troepen nog geen dronken soldaat gezien. De herbergen zijn te Alsen en Sundewitt dan ook gering in aantal en meer rustplaatsen voor reizigers dan plaatsen van bijeenkomst voor flaneurs. Het deensch bier is ligt en gezond, bovendien drinkt men hier schnaps, een soort brandewijn, in glaasjes welke niet meer dan een vingerhoed kunnen bevatten en bovendien nog niet eens geheel gevuld worden. De deensche boer is zeer gesteld op zijn ,te huis’. Hij vindt in lectuur te midden van zijn huisgezin een voldoende middel om zich gedurende de lange winteravonden niet te vervelen.images

Doch om tot Dyblöl terug te keren, dit dorp was op 8 februarij nog geheel zoo als ik boven schetste; thans bestaat het niet meer. De bewoners hebben al hunne woonplaatsen verlaten. alle huizen zijn thans ledig. Sommige zijn totaal of gedeeltelijk door de vlammen vernield. De overgeblevene maken in hun thans verwaarloosden toestand de eenzaamheid nog indrukwekkender. De deensche soldaten hebben echter deze woningen niet vernield en de pruissen, die slechts enige uren meester waren van deze plaats, hebben slechts weinig schade kunnen aanrigten, maar zodra de mensch niet meer de ziel eener woning uitmaakt schijnen doodsheid en verwaarlozing zich daarvan meester te maken.
Terwijl ik de straten en omstreken van dit afgestorven dorp doorkruiste, kwam ik ook voor de kerk welke thans tot kazerne dient, gelijk ook te Alsen en Sundewitt met vele kerkgebouwen het geval is, en wierp een blik op het kerkhof. Hier zag ik enige soldaten met het maken van loopgraven te midden van graven. Het kerkhof vormt een uitmuntend buitenwerk voor de bastions van den heuvel van Dybböl. Men kan verzekerd zijn dat deze heuvel den vijand heftig betwist zal worden en de dapperen, die thans het terrein opgroeven, delfden misschien nieuwe graven waarop zij zelven zouden vallen om niet weder op te staan. Nauwelijks had ik dan voet gezet op dezen gewijden grond of een toornige stem riep mij toe: dat de pruisssen op ongeveer drie honderd schreden van daar in een hinderlaag waren en dat ieder die het hoofd over den wal verhief het mikpunt hunner karabijnen zou worden.
De omstreken van het dorp vertoonden nog treuriger toneel dan het inwendige. Geen boom was daar meer te vinden; geen haag, geen tuin, geen veld, of het was plat getreden onder de hoeven der paarden of onder wielen der wagens. Jaren zullen er nodig zijn om aan Dybböl den vroegere voorspoed te geven.”

1. ‘Alburn’ verwijst naar het romantische gedicht The deserted Village’ uit 1770 van Oliver Goldsmith over een idyllisch dorp dat echter geheel verlaten is omdat de inwoners naar Amerika zijn geëmigreerd vanwege de grote armoede.

Zie ook: De Deense tv-serie ‘1864’ http://wp.me/p1MauM-1Lc 

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in Feiten en meningen en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s