Naar aanleiding van mijn blog over ‘dol’ ging ik op zoek naar de onderdelen van de zeis, een ervan zou ook ‘dol’ genoemd worden. Ik kwam terecht op de website van het Museum van Hemessen in Woubrugge, gespecialiseerd in zaken die thuis horen bij het platteland. Ze weten daar alles over het maaien met een zeis. In de beschrijving viel me op hoeveel mooie Nederlandse woorden ze daarin gebruiken die we nauwelijks meer kennen, zoals het ‘haren’ van de zeis’. Ook leerde ik dat er in verschillende delen van het land nog cursussen worden gegeven in het zeisen en haren van de zeis en er ook wedstrijden worden gehouden! Tijd voor een excursie (zaterdagochtend 12 septemebr, Openlucht Museum Arnhem, meer info: www.landleven.nl)
Een paar citaten uit een artikel over het haren van de zeis:
‘Zo’n 50 jaar geleden was het gebruikelijk on het gras te zeisen.’ Als je dan een steen raakt is de zeis niet vlijmscherp meer. ‘Met een strekel kun je de zeis weer scherp slijpen maar beschadiging van het de snede van het maaiblad krijg je daarmee niet weg’ Tijd om de zeis te ‘haren’. Dat doe je met een speciale hamer om ‘de oneffenheden op het split eruit te kloppen.’
“Op de foto is Jaap van Dijk uit Sluipwijk de zeis aan het haren. De snede moet daarbij vlak op het (in de grond gestoken) spit liggen. Aan het maaiblad zit een lange stok en dat is best lastig. Om het makkelijker te maken heet Jaap de stok met een mik (een gevorkte stok) ondersteund. Het andere einde van de mik staat in een klomp. Door de klomp te verschuiven, verschuift ook het mes op het spit. Als de klomp goed wordt verschoven blijft de snede van het maaiblad vlak op het spit liggen en kun je de beschadigingen eruit haren. Dat oefening nodig is om je zeis zo te onderhouden hoeft geen betoog.” (bron: http://www.museumwoubrugge.nl/wordpress/spit-en-hamer-haren-maaien)
De dol komt overigens in dit artikel niet ter sprake maar ik begrijp dat de korte en lange dol onderdelen zijn van de houten steel, benamingen die vooral in verschillende dialecten in zwang zijn.