Tijdens de cursus over architectuur in Amsterdam hadden we het veel over de verschillende soorten gevels, over neorenaissance, barok, rococo en de eclectische stijl van de 19e eeuw. Over de chaletstijl hadden we het niet.
Toch kom ik op mijn fietstochten door Amsterdam regelmatig mooie voorbeelden tegen van de chaletstijl die ook in Amsterdam geliefd was. Volgens sommigen kwam deze stijl in zwang toen gefortuneerde Nederlanders voor het eerst per trein naar Zwitserland reisden en daar houten chalets zagen met overhangende daken en veel houtsnijwerk. Dat wilden ze thuis ook en de architecten volgden de wens en van de opdrachtgevers. Vooral rond 1900 werden er veel nutsgebouwen in Amsterdam gebouwd in deze chaletstijl. Geen houten huizen zoals in Zwitserland, maar bakstenen huizen, soms voorzien van een vakwerkindeling, allemaal met overstekende daken en rijk versierd met houten elementen.
In de Frederik Hendrikstraat staat nog altijd fier overeind het gebouwtje van het School Kinderbad in de chaletstijl, met de naam op een fraai tegeltableau met Jugendstildecoraties. Hier gingen kinderen uit de omliggende volksbuurten via school onder de douche. Thuis was er maar weinig gelegenheid om kinderen eens flink te poetsen. De gemeente bouwde badhuizen, strenge badjuffrouwen hielden toezicht en regelden de toevoer van het kouden en warme water. Nu worden in dit voormalige badhuis meubels gerestaureerd.
Andere bekende gebouwen in chaletstijl in Amsterdam zijn de voormalige Huishoudschool aan het Vondelpark (nu Stayokay hotel), de oude kantine op het veemarkt-terrein in Amsterdam-Oost, de panden aan de Ceintuurbaan ‘met de kabouters’ en het gebouw van het gemaal in het Sarphatipark in de Pijp.
Overal in de 19e eeuwse gordel rond het centrum zijn mooie voorbeelden te vinden van deze chaletstijl.