Danny is zo’n jongen die overleeft, ondanks vele tegenslagen die hij in zijn jonge leven te verwerken heeft gehad. Hij leeft van een uitkering maar rommelt er op allerlei manieren nog wat bij, zodat hij mooie kleren kan kopen en vaak op reis kan gaan. Bij elke filmopname in de stad heeft hij wel een baantje versierd als regelaar, hij kent alles en iedereen in de filmbusiness en hoopt ooit eens zijn eigen film te kunnen maken. Jaarlijks woont hij een paar weken in New York waar hij een vage verloofde heeft die beschikt over een appartementje aan de Lower Eastside waar hij altijd kan logeren. In Amsterdam is Danny bezig op vage datingsites waar hij allerlei geliefden opduikelt, meestal voor een nacht soms voor langer. Zijn moeder is Indonesisch en dat kan je aan hem zien. Hij kan goed koken en kostelijk vertellen.
Vorige week was hij om drie uur in de nacht actief in een chatroom en trof een aardige veertiger die hem graag wilde ontmoeten en ja, waarom niet, nu meteen. Ze spraken elkaar door de telefoon om nadere details van de ontmoeting te regelen; deze Luuk bond hem op het hart wel op de goede bel te drukken want de buren moesten vooral geen last hebben van zijn nachtelijke escapades.
Danny fietste naar Oud-West. Hij vond de juiste bel in de portiek van een nieuwe woning aan een kade. Hij moet op twee hoog zijn. “Ha, kom maar naar boven’, klonk het. De deuropener zoemde maar Danny kreeg de deur niet goed open, dus drukte hij nogmaals op de bel. Wat geïrriteerd vroeg de man waarom hij niet naar boven kwam. ‘Ik kom wel naar beneden’, zei hij toen hij hoorde wat de oorzaak was. Even later kwam Luuk op slippers en in ochtendjas de trap af en deed de deur open. Hij bekeek Danny van top tot teen en bleef in de deuropening staan. ‘Ik denk dat ik me vergist heb’, zie hij aarzelend, ‘we moeten het maar niet door laten gaan’.
“En aan de telefoon was je nog zo enthousiast’, zei Danny die niet goed begreep wat er mis was aan hem. Zij zag op tegen de fietstocht terug naar huis, in de regen. Hij wist niet wat hij moest zeggen.
‘Misschien kan je dan aan je buren uitleggen waarom je me naar huis stuurt’, zei Danny. En in een opwelling drukte hij op alle acht bellen in de portiek en liep weg naar zijn fiets.
De hele weg naar huis voelde hij niets van de regen. Hij had nergens spijt van.
Ik vind het wel ludiek, zo’n wraakneming. Die kerel had Danny toch op zijn minst een kop koffie kunnen aanbieden.
LikeLike
Tja, die nachtelijke afspraken hebben zo hun eigen etiquette …
LikeLike