Als er één poes is die van gezelschap hield was het Castor wel. Niet uit mijn buurt te slaan. Altijd blij als ik thuis kwam, achtjes draaien rond mijn benen, altijd op schoot en ’s nachts aan het voeteneind. Speels, wakker, alert. Altijd vriendelijk, lief ook voor de andere poes Joschka. Wij hielden Castor gezelschap en hij ons. Maar nu niet meer. Vrijdag werd Castor niet meer wakker uit een lichte narcose. Er zou tandsteen verwijderd worden en een ontstoken kies getrokken. Maar tijdens die ingreep bij de dierenkliniek bleek zijn keel vol kwaadaardige tumoren te zitten, de narcose kon hij niet meer aan. Met een lege poezenmand kwam ik die avond weer thuis. En een beetje verdwaasd zit ik nu te kijken naar zijn bakje, zijn kussen, zijn halsband.
Van je huisdieren weet je dat ze niet eeuwig bij je zullen blijven, maar negen jaar is wel erg kort. Ik had er op gerekend dit dit mijn laatste poezen zouden zijn. Als die dood zouden gaan na achttien, misschien twintig jaar, zou ik zo oud zijn dat het makkelijker zou zijn om zonder gezelschapsdieren verder te sukkelen. De dood van Castor komt veel te vroeg. Ik wil nog niet zonder.
Al mijn andere katten kwamen via kennissen ons huis binnen of via het dierenasiel. Castor was de eerste raskat die ik in Hilversum kocht voor 350 euro. Een echte Karthuizer met een Hongaars poezenpaspoort. Mooi was hij met zijn scheve ogen en stevige, muisgrijze vacht. Anders dan de rode Joschka was Castor geen uithuizige kat. Hij ging nooit ver weg, lag in de tuin van mijn huis in Baarn altijd op een tafeltje of een stoel op het terras. Hij was er altijd als ik naar buiten kwam. Hij was een geweldige jager. Ik zei voor de grap altijd dat hij De Jager als achternaam had, hij nam van alles mee: muizen, mollen, kikkers en in het voorjaar ook jonge vogels. Alles werd onderaan de trap neergelegd, nooit opgegeten. Ook in Amsterdam bleef Castor jagen hoewel er hier minder te vangen was, maar in de afgelopen anderhalf jaar heeft hij toch een aantal muizen weten te vangen die waarschijnlijk via de binnenplaats ons huis binnenkwamen, twee weken geleden nog een hele vette. Eindeloos kon hij zitten wachten voor de plint waarachter een zacht geluidje te horen was: misschien wel een muis.
In Baarn liep Castor graag met me mee als ik even ging buurten aan de overkant. Het werd een spelletje: bij mooi weer gingen we samen een blokje om. Hij bleef steeds in mijn buurt, maar hield er ook van om zich te verstoppen achter heggen en struiken om dan ineens tevoorschijn te springen. Altijd hield hij mij in de gaten, het leukst was het dan als we dicht bij huis waren.. Dan zette hij een sprintje in en holde met een geweldige vaart door het poezenluikje in de poort naar de tuin. Castor lag dan lekker uit te puffen in het gras, ik was dolgelukkig met zo’n wandelkameraad.
Hij leek hier in Amsterdam de tuin niet te missen. Hij paste zich al snel aan aan het grote huis. Hij zat heel veel voor het raam in het souterrain. Kinderen kwamen speciaal langs om naar hem te kijken en klopten op het raam. Castor vond alles best. Hij had zijn vaste plekjes. sliep veel. Dat had een waarschuwing kunnen zijn: hij at minder, zijn vacht werd doffer, hij was minder speels. Dat het zo slecht met hem gesteld was had ik echter niet in de gaten.
Gezelschapsdieren moeten ons gezelschap houden, niet doodgaan.
Sterkte de komende tijd, je zult Castor echt gaan missen. De vraag die ik me altijd stel, vaak ook aan de poes maar die antwoord zelden, is, zijn poezen er voor ons of zijn wij er voor de poezen.
LikeLike
Ach, dat is heel droevig. Alleen mensen, die net als jij heel veel van hun dieren houden, weten wat het met je doet als ze sterven. Het moet nu maar even betijen….. en dan heb je je mooie herinneringen aan die lieverd en natuurlijk prachtige foto’s. Ik voel erg met je mee, hoor. Sterkte!
LikeLike
Wat verdrietig. Sterkte hoor.
LikeLike
Ach, wat naar dat je je kleine poezenmaatje nu moet missen. Poezen zouden het eeuwige leven moeten hebben. Wat knap en lief dat hij zijn ziekte voor je verborgen heeft weten te houden. Dat kunnen katten, maar voor jou is het wel hard dat het einde nu zo abrupt is gekomen. Sterkte!
LikeLike
Mooi en klein-ontroerend in-memoriam over Castor. Ik kan het alleen maar op alle punten met je eens zijn.
Peter
LikeLike
Het bijzondere aan poezen is dat ze elk een eigen karakter hebben, Castor leek wel een heel uitgesproken en innemend karakter te bezitten.
Dat is misschien wel eigen aan raskatten maar de inteelt die bij raskatten komt kijken maakt dat er van de spreekwoordelijke negen levens in veel gevallen wel een paar afgaan.
De sterkste genen lijken aan de gewone straatkatten voorbehouden.
Poezen -van welke kunne dan ook- blijven hoogst fascinerende en onweerstaanbare huisdieren.
Is er intussen al een andere poes gekomen om de leegte die Castor achterliet in te vullen ?
LikeLike