Eind jaren zeventig, ook toen een overspannen huizenmarkt

negatieven_0002Toen wij in Amsterdam kwamen wonen, begin jaren zeventig, waren veel grachtenpanden niet bewoond. Soms werden ze gestut of dichtgetimmerd omdat er tientallen jaren niets was gedaan aan het onderhoud van de monumentale huizen, gebouwd in de 17e en 18e eeuw.
Eeuwenlang woonde hier de eerste burgers van de stad, maar aan het begin van de twintigste eeuw waren er opeens alternatieven, je kon ook prettig wonen in Amsterdam-Zuid of verder weg, in Overveen, Bloemendaal of Het Gooi. De huizen aan de gracht waren te oud, te groot, te onhandig, vergden veel onderhoud en personeel.

negatieven_0022De grote panden aan de grachten werden kantoor of zoals hier op ons deel van de gracht confectieateliers. Honderden moeten het geweest zijn; in ons pand werden uniformen gemaakt voor douaniers en brugwachters. Verderop werden bontmantels gemaakt, bruidsjurken, regenkleding, handschoenen. In de jaren twintig en dertig kwamen veel Joodse kleermakers uit Berlijn naar Amsterdam. Nog niet heel lang geleden had ik een cursist die me vertelde dat ze begin jaren zestig met tientallen meisjes iedere werkdag, ook op zaterdagochtend, van het centraal station naar de kop van de Herengracht en Keizersgracht liep om daar te gaan werken. De Klerengrachten werden ze genoemd. Zij naaide met de hand zijden stropdassen, een precisiewerkje dat haar slecht ogen heeft bezorgd.
Begin jaren zeventig verdwenen steeds meer confectieateliers. Een aantal zaken verhuisde naar het nieuwe confectiecentrum aan het Koningin Wilhelminaplein in West, maar veel zaken hielden er mee op, de concurrentie werd eenvoudig te groot.

negatieven_0019Veel panden werden gekraakt, ook bij ons in de buurt, er stonden dealers op de brug, het werd er niet gezelliger op. Eind jaren zeventig stegen de huizenprijzen opeens enorm. Beleggers begonnen weer wat te zien in de panden in de binnenstad, de gemeente bevorderde het eigen woningbezit en maakte het makkelijker om panden te splitsen. Er konden nu makkelijk appartementen worden gebouwd in bestaande panden.

Dat gebeurde opeens overal in onze buut. De krakers verdwenen (werden uitgekocht hoorden we), overal werd gebouwd en getimmerd. Een aantal mensen verdiende er vast heel veel geld mee.
De buurt veranderde razendsnel van een werkbuurt waar het ’s avonds donker was in een woonbuurt met overal licht achter de ramen.

Schuin tegenover ons werden panden gesloopt (de niet zo mooie kantoorpanden van papiergroothandel Bührmann). opeens hadden we uitzicht op de Noorderkerk en de Prinsengracht. Maar dat duurde niet lang, er kwam nieuwbouw met een parkeergrage en een enorme binnentuin. Het pand is net iets te hoog, maar na al die jaren zijn we er wel aan gewend geraakt.

Wie nu over dit stukje van de gracht loopt kan zich niet meer voorstellen dat het begin jaren zeventig zo rommelig was, dat er nauwelijks werd gewoond.

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in Amsterdam, Feiten en meningen en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Eind jaren zeventig, ook toen een overspannen huizenmarkt

  1. Blewbird zegt:

    Het is niet de vraag hoe lang die huizenbubbel nog doorgaat, maar wat er na komt. Dit keer. Het aanbod is dramatisch laag/weinig op het moment.

    Like

    • Wllm Kalb zegt:

      De appartementen hier op de gracht zijn zo duur geworden dat gewone mensen ze niet meer kunnen betalen. Rijk investeerders kopen nu hier huizen om er niet of vrijwel niet in te gaan wonen. Maar alles wat omhoog gaat, zal ooit weer zakken, ook de huizenprijzen.

      Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s