‘Ik zie je straks wel op het plein.’ Dat zeggen wij bijna nooit tegen elkaar. Amsterdam heeft maar weinig pleinen waar je naar toe gaat om je vrienden of familie te ontmoeten. Te weinig.
In Spanje is dat wel anders. In Cadiz logeerden we vlak bij het mooie Plaza de Mina, een 19e eeuws plein, zonder monumenten, wel met veel oude bomen, schaduw en heel veel banken. Rond vijf uur zitten er veel families met kinderen, vriendinnengroepen en ook veel ouderen. Aan de ene kant van het plein is het stadsmuseum gevestigd dat om vijf uur al lang gesloten is, er zijn wat kantoren gevestigd in de statige gebouwen. Aan tde westkant zijn winkels en restaurants met terrassen onder de bomen. Oude huizen, zijn niet monumentaal, ze staan niet vermeld in het gidsje over de stad.
GEen van de kiosken is ingericht als boekendepot, je kunt er je oude boeken achterlaten en een keuze maken uit het aanbod. Bedacht en georganiseerd door de bewoners. In een andere kiosk is speelgoed te koop. Aan de overkant is een van de dennen helemaal scheef gegroeid en leunt tegen het flatgebouw aan de overkant van de straat.
Het plein is niet vernoemd naar mijn schoonmoeder, maar naar een 19e eeuwse legeraanvoerder Epoz y Mina. Na de burgeroorlog werd het plein omgedoopt in Plaza Gl Franco, maar de oude naam kwam na 1975 weer terug.
Zoals overal in de stad zijn er op de gevels plaquettes aangebracht met de namen van beroemdheden die er zijn geboren, hebben gewoond of zijn gestorven. Aan dit plein woonden de niet zo bekende fotograaf Reymonde en de wereldberoemde componist Manuel de Falla.
Als het donker wordt en de wind opsteekt wordt het weer leeg op het plein. De kinderen moeten naar bed en oma wil haar favoriete tv-serie niet missen. Alles over Cadiz in de ‘Cadizpedia’. Over het plein – in het Spaans – https://cadizpedia.wikanda.es/wiki/Plaza_de_Mina_(C%C3%A1diz)
Pingback: De parel van | Kalfjes