De helft van de schoonmaakploeg was niet komen opdagen. Het rooster moest helemaal omgegooid worden. “Ze zijn ziek of te lamlendig”, zie de schoonmaakvoorvrouw toen ze me uitlegde waarom de lokalen nog niet geveegd waren.
Lamlendig. Dat woord had ik lang niet gehoord. ‘beroerd’, ‘lui’, ‘onverschillig’, ‘futloos’?
Heeft het woord iets te maken met de lenden, dat onduidelijke lichaamsonderdeel?
Lam in de lenden(en)?
Van Dale vermeldt al scheldwoorden nog ‘lamlul’ en ‘lampoot’, ook nog nooit gehoord, maar wel effectief.