Een koning met baard. Wij keken ervan op toen Willem Alexander vorig jaar na de zomervakantie terugkwam met een rossige baard. Het stond hem goed, vond iedereen, de baard mocht blijven. Nu is er zelfs al een munt geslagen met de beeltenis van de koning met baard.

Koninklijke figuren met baard waren de afgelopen decennia een zeldzaamheid, maar als we de geschiedenis induiken blijken baarden eerder regel dan uitzondering. De Wüttembergse hertog Wilhelm I had een vrolijk baardje en dat werd zijn handelsmerk, hij kreeg de bijnaam ‘Wilhelm im Bart’.

In de middeleeuwen met al die graven, hertogen, koningen en keizers was het lastig om de heren uit elkaar te houden ze kregen dan al gauw bijnamen, zoals ‘Met de bult’ (Godefroid van Lotharingen, Le Bossu) , ‘de Grote’ (Karel de Grote, Peter de Grote) ‘de Stoute / moedige (Philips de Stoute)’, ‘de Wijze’ (Alfonso X, de Wijze, koning van Castilië), ‘de Rijke (Graaf Willem van Nassau, de vader van Willem van Oranje)‘de Verschrikkelijke’ (Ivan de Verschrikkelijke, tsaar van Rusland) , ‘de Zwijger’ (Willem de Zwijger) , ‘de Vrome’ (Lodewijk de Vrome) of naar de kleur van de bard zoals Frederik I, keizer van het Duitse Rijk die Frederik Barbarossa werd genoemd.
Zal Willem Alexander straks ook in de geschiedenisboekjes worden herdacht als ‘Willem met de baard’?

Over bijnamen van koningen op het Iberisch schiereiland zie https://historiek.net/joop-drankorgel-andere-vorstelijke-bijnamen/66472/
Over pijnlijke bijnamen https://historianet.nl/maatschappij/vorsten/koningen-kregen-pijnlijke-bijnamen