Het geslacht De Boer Kaspari

Het was mijn overgrootvader die als jurist in Batavia werkte. Hij was, zo blijkt uit die ene foto die in het familiealbum wordt bewaard, een ijdele man. Driedelig maatpak, gestrikte das, zegelring, dasspeld. Alles keurig verzorgd. Hij wist een lastige kwestie rond de Nederlandse Handelsmaatschappij handig op te lossen wat hem een lintje opleverde en de complimenten van koning Willem III die grootaandeelhouder was in deze voorloper van de ABN bank.

Na tien jaar was Jan Willem de Boer weer terug in Nederland waar hij een villa kocht in Zeist en het rustig aan ging doen. Zijn verzoek aan de koning om de naam van zijn moeder te mogen toevoegen aan die van zijn vader werd welwillend beantwoord. Vanaf 1885 heet onze kleine familie De Boer Kaspari. Jan Willem had voorzichtig gevraagd of er ook een predicaat aan toegevoegd mocht worden, maar jonkheer is hij nooit geworden. 

Ook mijn gootvader droeg die dubbele achternaam met trots. Het verhief hem boven al die andere familieleden die gewoon als De Boer door het leven moesten. Hij werd benoemd tot burgemeester van een kleine gemeente in de Achterhoek die na en paar jaar werd opgeheven. Zijn hele verdere leven gedroeg Willem Jan zich alsof hij nog steeds burgemeester was. Decorum, daar draaide het om. Hij woonde in een groot huis aan de rand van de weilanden, hield paarden en een oude Bugatti waar niemand aan mocht komen. Zijn grootste zorg was het voortbestaan van het geslacht De Boer Kaspari. Zijn enige broer was nooit getrouwd – er werd zelfs gefluisterd dat hij samenwoonde met een acteur in het verre Den Haag. 

Zijn hoop was gevestigd op zijn twee zoons die na hun studie in Delft en Leiden in het westen van het land waren gebleven. Ze leken geen haast te maken met het stichten van een gezin en te zorgen voor mannelijke nakomelinge die de mooie familienaam zouden kunnen voortzetten. De oudste, Arend Jan, ging werken voor een groot internationaal bedrijf en verdween al snel naar Londen. Daar kwam hij op Kerstavond 1974 om bij een tragisch verkeersongeluk. De precieze omstandigheden zijn nooit helemaal opgehelderd, maar hij is begraven op een klein kerkhof in een grauwe Londense buitenwijk. 

De tweede zoon, mijn oom Hendrik Jan, bleef braaf in Nederland en werd gemeente-secretaris een paar dorpen verderop. Hij zou zeker spoedig benoemd worden tot burgemeester, zo dacht mijn grootvader, maar dat gebeurde niet. Hij trouwde met een bleke dochter uit een verarmde adellijke familie. Zij was acht jaar ouder dan hij ontdekte ik later. Ja, ze wilden graag kinderen en ze deden echt hun best, verzekerde Hendrik Jan, maar die kinderen kwamen niet. Hendrik Jan en zijn bleke vrouw gingen na twaalf jaar apart wonen maar zijn nooit formeel gescheiden. Mijn grootvader was wanhopig zou het geslacht De Boer Kaspari dan maar zo kort bestaan? 

Maar er was ook de jongste, mijn moeder. Grootvader had de opvoeding van Catherina helemaal overgelaten aan mijn grootmoeder, hij had geen verstand van meisjes, zei hij altijd. Na wat omzwervingen kwam mijn moeder terecht op een kunstopleiding in Groningen, ze leerde er wandkleden maken en werd een regionale beroemdheid. Ze specialiseerde zich in het restaureren van antieke wandkleden en heel af en toe maakte ze in opdracht een wandkleed voor een gemeentehuis of een kantoor van de boerenleenbank. 

Toen ze jong was had ze relaties met veel verschillende mannen maar na haar dertigste leefde ze alleen. Ze woonde naast haar atelier in een piepkleine woning die ze zelf had getimmerd in een oude paardenstal. Kinderen had ze graag gewild, maar toen ze niet kwamen vond ze het ook best. Ze genoot van haar vrijheid. In de zomermaanden zwierf ze graag door Ierland of IJsland in een oude Citroën 2CV.  

Ze had nog maar zelden contact met haar ouders in de Achterhoek. Ze ging er weer heen toen haar moeder ernstig ziek werd. Ze verzorgde haar zo goed als ze kon en regelde wat nodig was. Ergens in een zijkamer huisde haar oude vader. Ze sprak hem nauwelijks. Op een middag kwam hij naar haar toe en begon een gesprek over de familie. Hoe erg het wel niet was dat de naam De Boer Kaspari straks niet meer zou bestaan. Daar had Catharina geen enkel probleem mee. Ze gebruikte nooit haar volledige achternaam, iedereen in haar werk kende haar als Catherina de Boer, dat was ruim voldoende. Maar haar vader bleef aandringen. Als zij als ongehuwde vrouw toch nog een kind zou krijgen, dan zou die toch haar volledige achternaam krijgen of zou die dan toch de naam van de vader krijgen?  Catherina wist het niet en had er nooit over nagedacht. Zij had geen toekomstige vader en geen toekomstig kind in het vizier.

Toch werd ze een jaar later zwanger. Er was een collega uit Zweden die graag bij haar wilde komen kijken om zich verder te verdiepen in de restauratie van antiek textiel. Hij logeerde in het atelier. Hij was aardig en aantrekkelijk en van het een kwam het ander. In het voorjaar vertrok Lennard weer naar het hoge noorden en Catherina bleef zwanger achter. Mijn grootvader verheugde zich op de komst van de kleine, eindelijk een nazaat die die zijn mooie achternaam zou dragen.  
Maar het liep anders. De Zweedse collega kwam terug. Hij koesterde de dikke buik van mijn moeder, en vroeg haar ten huwelijk. Ze trouwden vlak voor mijn geboorte en mijn vader kon zijn zoon zelf aangeven bij het gemeentehuis, met zijn achternaam Virestad Thorstensson. 

Toen mijn grootvader hoorde dat zijn Catharina opeens getrouwd was met een buitenlander was hij sprakeloos. Hij wilde aanvankelijk niets meer met haar te maken hebben. Hij draaide bij toen hij Lennard leerde kennen en zag hoe goed hij voor Catherina was die maar moeilijk aan haar moederschap kon wennen. Toen hij de mooie dubbele achternaam op het geboortekaartje voor het eest zag, liet hij al zijn vooroordelen achterwege. Helemaal toen hij begreep dat de zijn kleinzoon ook nog eens de titel van baron droeg.  

Ik heb mijn grootvader nauwelijks gekend, hij stief aan een beroerte toen ik vier jaar oud was. Mijn oom Hendrik Jan overleed een jaar later in Zwitserland. Mijn lieve moeder is vorig jaar gestorven in Zweden waar ze samen met mijn vader naartoe was verhuisd.  Ze waren zo gelukkig samen.  Daar op het kille kerkhof van  Ystad realiseerde ik me dat er nu definitief een einde was gekomen aan het geslacht De Boer Kaspari.

Sverre Thorstensson.

Over Wllm Kalb

schrijver, lezer, docent - focus: taal, geschiedenis, fotografie, Duits(land), muziek en films uit de jaren '20 - '50
Dit bericht werd geplaatst in verhalen en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

7 reacties op Het geslacht De Boer Kaspari

  1. simon zegt:

    een prachtig verhaal, alleen snap ik Sverre Thorstensson niet. ben jij dat?

    Like

  2. Peter Kersten zegt:

    Hierover heb ik je nooit gehoord; maar ik denk: Je hebt alles verzonnen

    Like

  3. Corja zegt:

    Wat een lekker verhaal. En helemaal op het verkeerde been gezet, almaar denkend dat het over jou ging. Qua snor had het gekund… 🙂 En die bleke dochter, fantastisch!

    Like

  4. Herman zegt:

    Een heel mooi verhaal met droevige en hele fijne kanten. Het zou zo maar de aanloop kunnen zijn naar een toekomstige roman.

    Like

  5. Wllm Kalb zegt:

    Dank je Herman. Ik ben bezig met een boek, veel realistischer. Maar het is heerlijk om met zo’n gegeven aan de slag te gaan en het werd dus een verhaal.

    Like

Plaats een reactie