Zondag, naar buiten! In nog geen twintig minuten fiets je vanuit het drukke centrum van Stockholm naar Djurgården, het groenste eiland van de stad met een ‘stads-natuurpark’ een uitgebreid gebied in het oosten van de stad waar heel veel Zweden komen picknicken, wat wandelen, fietsen en vooral lekker luieren.
Eindelijk bezocht ik ‘Skansen’ het openluchtmuseum waarover ik al las in Niels Holgersson. Veel oude boerderijen uit het hele land bij elkaar, met veel uitleg, een lesje aardrijkskunde, maar de meeste mensen komen met kinderen naar het mini-pretpark en om de dieren te zien, de elanden, rendieren, wolven, beren, de lynx, de das die ver buiten de stad in het wild leven. Maar de dieren liggen vandaag lekker te slapen, alleen de otter komt even tevoorschijn om een visje te verschalken.
Over het eiland verspreid liggen veel villa’s uit de tijd dat de zeer rijken het zich konden permitteren naast hun huis in de stad er ook nog een ‘buiten’ op na te houden, zoals prins Eugen (1865-1947) die op een mooi plekje zijn optrekje liet bouwen waar hij veel schilderde, nu zijn er Zweedse impressionisten te zien zijn. Het was een flink eind fietsen en even zoeken maar het bezoek aan Waldemarsudden was aardig , maar geen top-attractie.
Het doet mij op de een of andere manier wat Engels aan. Parken zijn leuk in de zomer.
LikeLike